De over het algemeen voetbalminnende Brazilianen verwijten de regering nu veel te veel geld uit te geven aan het WK en aan de generale repetitie voor het WK, de Confederations Cup. Zondag belaagden betogers mensen die naar de voetbalwedstrijd Mexico - Italië voor de Confederations Cup gingen in het Maracanã-stadion in Rio. Betogers riepen onder meer „beter onderwijs en gezondheidszorg dan een cup”.

De betogingen zijn vorige week begonnen in São Paulo, waar mensen boos de straat opgingen om te demonstreren tegen de prijsverhogingen in het openbaar vervoer in de grootste stad van Brazilië. De krant Folha de São Paulo berekende maandag dat het openbaar vervoer er tot de duurste ter wereld behoort in vergelijking met tien andere wereldsteden.

De woede van de ‘paulistas’ is snel overgeslagen naar andere steden, zoals Belo Horizonte, Brasilia en Rio de Janeiro. Het protest is ook overgeslagen naar Brazilianen in het buitenland, onder meer naar Dublin, Montreal en New York. In Nederland willen Brazilianen zaterdag betogen voor de ambassade aan de Mauritskade in Den Haag.

De demonstranten richten zich tegen het regeringsbeleid en het WK is voor de betogers symbolisch voor de verkwisting en corruptie. Het WK zou twee keer zoveel gaan kosten als de circa 10 miljard euro die was geraamd. Daarbij werd beloofd dat het meeste geld zou worden gestoken in duurzame investeringen rond de stadions. Maar het meeste geld gaat op aan stadions en van de rest van de plannen lijkt nog weinig terecht te komen.

Rousseff is sinds 2011 president en heeft geprobeerd de economie op te krikken met overheidsuitgaven. Voorts heeft ze de minimumlonen verhoogd en prijzen proberen te beteugelen door belastingen te verminderen. Rousseff werd erg geliefd, maar haar beleid wordt dit jaar ondermijnd door inflatie. De economie lijkt niet meer ‘opkomend’ maar valt terug.