Afluisterschandaal VS: infrastructuur die alles onderschept
Afluisteren is niets nieuws. Inlichtingendiensten over de hele wereld doen niet anders. Maar de Amerikaanse NSA gaat wel erg ver. „De dienst heeft een infrastructuur gebouwd die bijna alles onderschept.”
Big brother is watching you
Stel je voor: je bent op zoek naar een nieuwe auto. Je raadpleegt een aantal sites van dealers. Daarna ben je benieuwd naar het laatste nieuws en je surft naar een digitale krant. Plotseling duikt daar een advertentie van een van de autohandelaren op die je zojuist had bekeken.
Het bekende probleem van ”cookies”. De computerserver ‘onthoudt’ en herkent surfgedrag. Makkelijk voor marketingdoeleinden, maar lastig als het om de bescherming van de privacy gaat.
We worden in de gaten gehouden. De voorbeelden zijn talrijk. Gepersonaliseerde reclame die wordt afgestemd op het koopgedrag, keurig geregistreerd met behulp van een klantenkaart. Pinbetalingen geven de behoefte van groepen consumenten in een bepaalde regio aan.
En de overheid doet volop mee. Inlichtingendiensten filteren dagelijks duizenden telefoongesprekken, computerbestanden en allerlei andere vormen van dataverkeer. Camera’s, overal en nergens, vormen sinds jaar en dag een welkom opsporingsmiddel voor de politie.
Kattenluikje
Maar in Amerika gaan ze wel erg ver, aldus klokkenluider Edward Snowden. Hij onthulde onlangs dat de National Security Agency (NSA, zie kader) met behulp van het computerprogramma Prism systematisch telefoon- en internetgegevens onderschept. De dienst zou ook toegang hebben tot e-mails, sociale media en zoekmachines.
Over de omvang en de intensiteit van die digitale spionage bestaat inmiddels de nodige onduidelijkheid. Bedrijven zoals Google, Apple en Facebook ontkennen met kracht dat zij de NSA toegang tot hun servers hebben verleend, zoals de onthullingen van Snowden suggereren.
Volgens prof. Peter Sommer, hoogleraar digitaal forensisch onderzoek aan de Britse Montfort University, heeft de NSA vermoedelijk geen ongebreidelde toegang tot de netwerken gehad. „Het lijkt meer een kattenluikje dan een achterdeur. De spionnen hebben wellicht toestemming gekregen om de servers van die bedrijven te gebruiken, maar alleen voor een specifiek doel.” De gedachte dat de NSA op eigen houtje heeft gehandeld is onwaarschijnlijk, meent Sommer.
Dat haastte ook de directeur Nationale Inlichtingen, James Clapper, zich deze week te verklaren. De gewraakte afluisterpraktijken vallen volledig binnen de Foreign Intelligence Surveilance Act. Voor het verkrijgen van informatie van Amerikaanse databedrijven is altijd toestemming van de rechter nodig. En Amerikaanse burgers mogen volgens deze wet sowieso niet in de gaten worden gehouden.
Lange rij
De documenten die Snowden naar buiten bracht doen echter anders vermoeden. Volgens de klokkenluider worden ook Amerikaanse burgers stelselmatig gevolgd en heeft de NSA „een infrastructuur gebouwd die bijna alles onderschept. Wie dan ook, waar dan ook, voor altijd.”
Snowden is de laatste in een lange rij klokkenluiders die het Amerikaanse volk hebben gewaarschuwd voor de ongebreidelde macht van de National Security Agency. Volgens hen is de dienst nauwelijks te controleren en onttrekt hij zich aan elke vorm van toezicht die in een democratische rechtsstaat gangbaar en wenselijk is.
Die praktijk werd vanzelfsprekend versterkt door de aanslagen van 11 september 2001. In oktober van dat jaar nam de Amerikaanse volksvertegenwoordiging de Patriot Act aan. Die wet gaf de autoriteiten vergaande bevoegdheden om informatie te vergaren, bij verdenking van terroristische activiteiten.
Later kwam daar de Intelligence Authorization Act bij, een verlengstuk van de Patriot Act dat meer opsporingsbevoegdheden aan de FBI gaf. Amerikaanse burgerrechtenbewegingen hadden veel kritiek op de regelgeving omdat zij de privacy te veel in gevaar zou brengen.
Vijandig
President Obama verlengde in 2011 delen van de Patriot Act met vier jaar. Het ging om onderdelen die het afluisteren van verdachten, het vergaren van zakelijke informatie en het in de gaten houden van vermeende terroristen mogelijk maken.
Diezelfde president Obama verdedigde de praktijken van de NSA na de onthullingen van Snowden hoogstpersoonlijk. Op deze manier zijn aanslagen voorkomen en is de veiligheid van Amerikaanse burgers beter gewaarborgd, aldus het staatshoofd.
Niet iedereen is het daarmee eens. De Britse krant The Guardian, aan wie Snowden zijn verhaal deed, schreef deze week: „De uitvoerende tak van de Amerikaanse overheid is nooit dol op lekken of klokkenluiders geweest. Maar geen regering is zo vijandig geweest ten aanzien van het publiek worden van geheime informatie als die van Obama.
Ze zullen hem (Snowden, RD) waarschijnlijk niet doden –hoewel de huidige regering besloten heeft dat het oké is om Amerikaanse burgers zonder vorm van proces te doden, zolang ze dat in de naam van nationale zelfverdediging doen– maar Snowden zal vooralsnog een ongenadige klopjacht en vervolging tegemoet kunnen zien. Als de manier waarop Bradley Manning (zie kader) wordt berecht een precedent is, dan kunnen we een soortgelijk duister proces voor Snowden verwachten, mocht hij voor de rechter komen.”
Steil achterover
Ook in de Verenigde Staten zelf groeit de kritiek op de almaar groeiende honger van de veiligheidsdiensten naar informatie. Senator Ron Wyden uitte twee jaar geleden al zijn ongenoegen over de manier waarop de regering met de privacy van de Amerikaanse burger omspringt.
„Als het Amerikaanse volk erachter komt hoe zijn regering in het geheim de Patriot Act heeft geïnterpreteerd, zal het steil achterover slaan – en woedend zijn. Veel Congresleden hebben er geen idee van hoe de wet stiekem anders wordt geïnterpreteerd door de uitvoerende macht, want die uitleg is geheim. Het is bijna alsof er twee Patriot Acts bestaan, en veel Congresleden hebben niet het exemplaar gelezen dat er écht toe doet.”
National Security Agency
Inlichtingendiensten zijn per definitie geheim. Maar er is verschil. De Amerikaanse National Security Agency (NSA), die momenteel onder vuur ligt wegens het op grote schaal aftappen van telefoon- en internetdata, bestond jarenlang officieel niet eens.
President Harry Truman richtte de NSA eind 1952 op. Zelfs het memorandum dat het staatshoofd schreef om de dienst in het leven te roepen werd als ”top secret” geclassificeerd. De Amerikaanse overheid ontkende lange tijd het bestaan van de nieuwe veiligheidsdienst, die is gespecialiseerd in het vergaren, afluisteren en analyseren van elektronische informatie.
Die geheimzinnigheid leverde de dienst bijnamen op als ”No Such Agency” of ”Never Say anything”. Inmiddels wordt het bestaan van de NSA niet langer ontkend en beschikt de organisatie zelfs over een eigen website.
Veel wijzer wordt een bezoeker van die site overigens niet. Onder het kopje ”visie” meldt de NSA dat de dienst staat voor „wereldwijde dominantie in ontcijfering, door verantwoorde aanwezigheid en voordeel op het gebied van netwerken.”
Ook de waarden van de organisatie scheppen weinig duidelijkheid: „Wij zullen de nationale veiligheidsbelangen beschermen door ons te houden aan de hoogste gedragscodes.”
Inmiddels is er wel iets meer duidelijk over de activiteiten van de NSA. De dienst beschikt over de beste cryptoanalisten en supercomputers ter wereld, waarmee versleutelde berichten van vreemde of vijandige mogendheden kunnen worden gekraakt. Via het omstreden computerprogramma Prism kunnen ook telefoon- en internetgegevens worden verzameld.
De NSA zou ongeveer 38.000 mensen in dienst hebben en daarmee de grootste Amerikaanse geheime dienst zijn. Hij valt onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Defensie.
Afluisterschandalen
Pentagon Papers, 1971: Daniel Ellsberg onthult een studie waarin staat dat de Amerikaanse regering wist dat ze de oorlog in Vietnam waarschijnlijk niet zou winnen.
Watergate, 1972: Bob Woodward en Carl Bernstein maken bekend dat president Nixon opdracht heeft gegeven om in te breken in het hoofdkantoor van de Democratische Partij om afluisterapparatuur te plaatsen en belastende documenten in handen te krijgen. Het Watergateschandaal zal uiteindelijk tot het aftreden van Nixon leiden.
Iran-Contra-affaire, 1986: Een Iraanse geestelijke onthult dat de Verenigde Staten in het geheim wapens aan Iran verkopen. De opbrengsten worden gebruikt om de Contrarebellen in Nicaragua te steunen in hun strijd tegen het linkse regime.
Valerie Plame, 2003: Er wordt gelekt dat Valerie Plame een undercover CIA-agente is. Vermoedelijk gebeurt dat om haar man, Joseph Wilson, in diskrediet te brengen. Wilson had zware kritiek op de regering omdat die in zijn ogen op valse gronden de oorlog in Irak was begonnen. Tot op de dag van vandaag is onduidelijk wie precies de onthulling heeft gedaan. Lewis Libby werd veroordeeld, maar er circuleren meer namen van mensen die bij de zaak betrokken zouden zijn.
Abu Ghraib, 2004: Er duiken beelden op van mishandeling en vernedering van gevangenen door Amerikanen in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib. Diverse militairen worden veroordeeld.
Bradley Manning, 2010: De Amerikaanse soldaat Bradley Manning downloadt duizenden geheime documenten van militaire computers en stuurt ze door naar klokkenluidersite WikiLeaks. Er loopt momenteel een proces tegen hem. Mannings kan voor elk onthuld document levenslang krijgen.