De jongens, Khan en Hameedullah, waren naar het Afghaanse leger en politieposten gegaan in de buurt van hun huis in Kandahar, in de hoop er iets eetbaars te vinden voor hun familie. „Ze waren op de terugweg toen ze staande werden gehouden door Taliban en onthoofd”, zei een plaatselijke functionaris maandag. „Het waren allebei onschuldige kinderen die niets te maken hadden met de regering of met buitenlanders.”

Een woordvoerder van de Taliban ontkent dat zij iets te maken hadden met de dood van de jongens. De leiding van de Taliban probeert het imago op te vijzelen, vooruitlopend op mogelijke vredesbesprekingen en zelfs een rol in de politiek. Ze blijkt echter geen grip te hebben op volgelingen die door het land trekken en mensen doden of verminken omdat ze verdorven zouden zijn.