Hoge Veluwe: Ecoduct pas open als camera’s werken
OTTERLO. Een ecoduct bij Otterlo is een jaar na oplevering nog steeds niet in gebruik. Het Nationale Park De Hoge Veluwe wil een hek pas verwijderen als het kan registreren hoeveel dieren het park in en uit gaan.
Ecoduct Oud Reemst verbindt De Hoge Veluwe met natuurgebied Planken Wambuis bij Ede, eigendom van Natuurmonumenten. Dieren kunnen via het ecoduct veilig de Harderwijkerweg (N310) tussen Otterlo en Schaarsbergen oversteken. Begin vorig jaar kwam de verdiept aangelegde faunapassage gereed.
Dat het ecoduct nog niet is geopend, is een gevolg van voorwaarden die De Hoge Veluwe aan zijn medewerking heeft verbonden. Het nationaal park wil gedurende vier jaar onderzoek doen naar de effecten van de voorziening. Daarvoor werkt het samen met de universiteiten van Wageningen en Wenen, de Vlinderstichting en onderzoeksinstituut Alterra.
„In Nederland is nog nooit wetenschappelijk gekeken naar de gevolgen van een wildpassage”, zegt Jakob Leidekker, hoofd bedrijfsvoering van het park. „Een aannemer legt nu de glasvezelverbinding aan tussen camera’s op het ecoduct en ons netwerk. Eind deze maand moet dat afgerond zijn. Na een testfase kan in de loop van juli het hek open.”
Met het onderzoek wil De Hoge Veluwe onder meer nagaan welke uitwerking het ecoduct heeft op het beheer. „Het aantal edelherten in ons park ligt in het voorjaar al jaren op 200. Stel dat er door de faunapassage meer edelherten bij komen, dan zijn er ook meer bekken die kruiden eten. Daardoor blijven er minder planten over waar vlinders op afkomen en juist die vlinders zijn voor ons enorm belangrijk. En wat betekent een toename van het aantal herten voor de bosverjonging van het park als jonge eiken en beuken worden aangevreten?”
De bescherming van bijzondere leefgebieden in het park, zogenaamde habitats, is eveneens een taak van het parkbeheer. Leidekker: „Een teveel aan edelherten is bijvoorbeeld slecht voor jonge eiken. Daardoor kan op een gegeven moment zuurminnend eikenbos verloren gaan. Wij willen daar niet verantwoordelijk voor worden gesteld. We willen voor het maatschappelijk belang wel meewerken aan een ecoduct, maar dan moeten wij niet over zes jaar de zwartepiet toegeschoven krijgen als blijkt dat habitats erop achteruit zijn gegaan.”
Het hoofd bedrijfsvoering wil niet reageren op aantijgingen van groepen zoals Stichting Ganzenbescherming Nederland dat De Hoge Veluwe tegen het ecoduct is omdat er mogelijk te weinig herten overblijven om op te jagen. „Met zo’n manier van inspelen op emotie gaan we niet mee. Ons belang is instandhouding van het erfgoed van het park. Jacht is voor ons slechts detail. Je hoort die mensen niet over het kappen van bomen, het maaien van gras of het knippen van een haag. Dat doen we allemaal vanuit eenzelfde oogpunt als de jacht.”
Leidekker plaatst ook een kanttekening bij het fenomeen ecoduct. „Verbindingen tussen natuurgebieden zijn goed voor echt kwetsbare soorten als vlinders, reptielen, amfibieën en insecten. Die hebben bescherming nodig. Maar de soorten waar nu ecoducten voor gebouwd worden, zoals edelherten en wilde zwijnen, worden totaal niet bedreigd. We moeten ons afvragen of we er verstandig aan doen om die soorten door heel Nederland heen te sturen.”
De provincie Gelderland meldde eerder dat aan sporen te zien is dat allerlei diersoorten de weg al gevonden hebben naar het ecoduct.
Natuurmonumenten geeft in een reactie aan ernaar uit te zien dat ecoduct Oud Reemst opengaat. „We wachten er met smart op. De natuur is er klaar voor”, zegt woordvoerster Marlous van ’t Pad Bosch.