Zowel ambtenaren en vertegenwoordigers van instellingen als jongeren zijn weinig enthousiast over het jeugdbeleid in hun gemeente, zo bleek donderdag uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Tussen 1998 en 2002 is het aantal gemeenten met een jongerenbeleid met 20 procent toegenomen tot 80 procent. Inhoudelijk is er in die periode echter weinig veranderd, concludeert het SCP. Het beleid richt zich in veel gemeenten op alle jeugd en in het bijzonder op het voorkomen van problemen. Echte aandacht voor jongeren met veel problemen is er niet. Ook valt de groep van 18 jaar en ouder vaak buiten de boot.

De uitkomsten van het lokale jeugdbeleid worden dan ook als mager bestempeld. Jongeren menen dat gemeenten te weinig rekening houden met hun wensen en te weinig aandacht besteden aan voor hen belangrijke punten zoals veiligheid en vrijetijdsbesteding.

Een van de belangrijkste oorzaken voor het falende jongerenbeleid is volgens de betrokken partijen het gebrek aan capaciteit bij de Bureaus Jeugdzorg. Een deel van de vroegtijdig opgespoorde probleemjongeren wordt hiernaar doorverwezen. Als deze groep niet snel kan worden geholpen, frustreert het volgens de onderzoekers de inspanningen van de gemeenten om problemen in een vroeg stadium op te sporen. Aangezien jeugdzorg niet tot hun verantwoordelijkheid behoort, kunnen ze hier weinig aan veranderen.

Een ander knelpunt is de ingewikkelde bestuurlijke organisatie rond het lokale jeugdbeleid. Gemeenten hebben moeite om alle partijen die erbij betrokken zijn, en die alle hun eigen uiteenlopende ambities hebben, op elkaar af te stemmen.

De gemeenten kregen in 1994 de opdracht van de regering zich meer te richten op jeugdbeleid. Ze moesten de samenwerking versterken tussen onderwijs, gezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, arbeidsvoorziening, justitie, politie en sociale diensten. Doel van het lokale jeugdbeleid is het voorkomen van uitval en het verminderen van het beroep op de jeugdzorg.

Volgens het SCP is van de 72 onderzochte gemeenten sinds 1998 eenderde er in het handhaven van het beleid op vooruitgegaan. Eenzesde deel ging erop achteruit, meestal als gevolg van minder sturing en coördinatie door de gemeente. Volgens het onderzoeksbureau ontbreken bij veel gemeenten gegevens over de resultaten van het jeugdbeleid, zoals cijfers over het voortijdig schoolverlaten. Dat kan in de toekomst tot een probleem leiden bij de verdere ontwikkeling van een effectief jeugdbeleid, meent het SCP.