Iran deelt al-Qaida-informatie niet met VS
De Iraanse autoriteiten hebben besloten geen informatie te delen met de Verenigde Staten over en van in Iran vastgehouden leden van het terreurnetwerk al-Qaida.
Teheran kwam tot die beslissing ondanks herhaaldelijk aandringen van Washington dat wel te doen, zo maakte zegsman Ramazanzadeh van de regering woensdag bekend. Hij zei verder dat „praktische stappen” nodig zijn wil Iran de dialoog met de VS aangaan.
„We onderhouden geen relaties met de Amerikaanse veiligheidsdiensten, dus is er geen reden iets te doen in deze zaak”, aldus de regeringswoordvoerder. In augustus liet de Iraanse president Khatami al weten dat Amerikanen de al-Qaedaleden niet mogen ondervragen. Teheran gaf in juli voor het eerst officieel toe dat het kopstukken van de terreurbeweging van de Saoediër Osama bin Laden had gepakt.
De Amerikaanse regering eiste eerder dat Iran leden van al-Qaida overdraagt aan de VS. Teheran heeft aangegeven dat ze mogelijk in Iran kunnen worden berecht. Vorige week gaf de islamitische republiek nog aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de namen van tweehonderd vermeende leden van het netwerk van Osama bin Laden die zouden zijn overgedragen aan de autoriteiten van hun land van oorsprong.
De regeringswoordvoerder ging ook in op de woorden van de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse zaken Richard Armitage. Die zei dinsdag voor de Senaatscommissie voor Buitenlandse Betrekkingen dat Washington een „beperkte discussie” met de Iraniërs wil beginnen. Armitage maakte direct duidelijk dat het „geen brede dialoog is met het doel de betrekkingen tussen beide landen te normaliseren”.
Iran wil de dialoog pas hervatten, aldus Ramazanzadeh, als de VS met „praktische stappen” komen. „Je kunt ons niet aan de ene kant bedreigen en onze tegoeden blokkeren en dan om overleg vragen”, aldus de zegsman. Amerika moet „ons vertrouwen weer zien te winnen” en „stoppen met beschuldigingen”. Hij herhaalde verder de eis dat in de VS bevroren Iraanse tegoeden na de islamitische revolutie worden vrijgegeven.
De diplomatieke betrekkingen werden in 1980 verbroken na de gijzeling van de Amerikaanse ambassade in de Iraanse hoofdstad. Onder oud-president Clinton leken de relaties te verbeteren, maar de verhoudingen blijven moeizaam. Bush zei vorig jaar dat Iran deel uitmaakt van de „as van het kwaad’. De afgelopen maanden beschuldigden de Amerikanen Iran ervan het terrorisme te steunen en zich te mengen in het naoorlogse Irak.