OM eist 12 en 16 jaar cel in roofmoordzaak
AMSTERDAM (ANP). Tegen de twee hoofdverdachten van de moord op een 54-jarige man in Amsterdam-Oost heeft justitie maandag celstraffen geëist van 16 en 12 jaar. Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt Duncan R. en Jocelyn B. van medeplegen van moord.
Volgens de officier van justitie moet de 53-jarige R. de hoogste straf krijgen omdat hij het grootste aandeel zou hebben gehad in het gruwelijke misdrijf. Ook heeft hij, in tegenstelling tot B., een omvangrijk strafblad. Beide verdachten woonden de vierde zittingsdag bij de rechtbank in Amsteram niet bij.
Het slachtoffer werd op 13 maart 2011 dood in de woning van zijn 64-jarige tante Jocelyn B. aangetroffen. Zijn lichaam was gewikkeld in een tapijt en over het hoofd zat een vuilniszak met een snoer strak om de hals. De man had ernstige hoofdwonden, vermoedelijk veroorzaakt door een hamer of bijl. Ook was hij beroofd van sieraden met een geschatte waarde van 28.250 euro.
„Alles wijst erop dat het slachtoffer dood moest”, zei de officier van justitie. Wat er zich echter precies in de woning heeft afgespeeld is niet duidelijk geworden. Hoewel de verklaringen van B., die R. aanwijst als de dader, niet altijd consistent waren, kunnen ze volgens het OM deels wel als bewijslast worden gebruikt.
Eerder had het OM al bekendgemaakt dat het vrijspraak zou vragen voor de twee andere verdachten, B.’s zoon Frank en haar broer Dolf. Van hen is alleen DNA op het lichaam aangetroffen en dat is onvoldoende om moord te bewijzen. Beiden zeggen dat ze niets met de zaak te maken hebben.
De hoofdverdachten ontkennen eveneens iedere betrokkenheid bij de moord. R. verklaarde het slachtoffer niet te kennen en zei dat hij ook niet in de woning was op het moment van het misdrijf. B., die een inloophuis had voor daklozen en verslaafden, vertelde dat ze het huis was uitgevlucht nadat R. haar „lievelingsneef” te lijf ging. Ze heeft een verzoek tot euthanasie ingediend omdat ze het niet kan verdragen dat hij niet meer leeft.