Dat zegt Marc Satijn uit Doorn, een van de initiatiefnemers van het netwerk. Satijn was de afgelopen dagen nauw betrokken bij burgerzoektochten naar de vermiste broertjes Julian en Ruben. „Samen met anderen hadden we sterk het idee: We kunnen niet stil blijven zitten achter de televisie. Helaas is de kans steeds kleiner dat de jongens levend worden gevonden. Als de lichamen van de jongens terecht zijn, weet de familie waar ze aan toe is. Niet alleen de moeder, maar ook de familie van de vader.”

Satijn erkent dat de mogelijkheid bestaat dat burgers bij grootschalige zoekacties sporen uitwissen. „Maar bij de huidige actie is het belangrijkste doel dat de vermisten worden gevonden.”

Marc Satijn en mede-initiatiefnemer Wanda van de Bovenkamp willen nauw samenwerken met de autoriteiten om te komen tot een landelijk netwerk van burgerteams die in actie komen als er iemand vermist is. Er zouden draaiboeken en protocollen voor de teams moeten komen. Satijn denkt dat het goed is dat coördinatoren van de teams een training krijgen. „Dan gaat het om zaken zoals spoorherkenning, traumaverwerking, vragen zoals: hoe moet je zoeken, hoe leid je een groep?”

Al dagenlang is Satijn bezig met de zoektocht naar Julian en Ruben. „Ik merk dat het redelijk slopend is. Je zit voortdurend te denken: welke route zou de vader hebben uitgestippeld?” Honderden vrijwilligers zochten onder meer bij het Doornse Gat, een recreatieterrein tussen Doorn en Leersum. Daar pleegde de vader van de twee jongetjes zelfmoord.

Diverse keren ging Satijn de bossen in. Hij trad op als coördinator. „We lopen in een linie. Om de 3 meter loopt een zoeker. Als iemand wat vindt, roept hij of zij „ho”. We moeten zorgen dat de linie gesloten blijft.” Voorafgaand aan de zoektocht krijgen de burgers instructies, stelt Satijn. „We wijzen mensen erop dat ze moeten letten op onnatuurlijke dingen, zoals voorwerpen die niet in een bos thuishoren. Ook moeten mensen alert zijn op omgewoelde plekken, grote stapels hout en stapels bladeren.” Met prikstokken kan er op verdachte plekken in de grond worden gezocht.

Satijn merkt dat de zoektocht naar de jongens „erg leeft.” „Mensen uit plaatsen zoals Vlaardingen, Vlissingen en Leeuwarden komen ons helpen.” Vanavond wordt er gezocht bij het Henschotermeer, nabij Woudenberg.

Kan het zijn dat de aanblik van omgebrachte jongetjes de zoekers trauma’s bezorgt? „Een fietser of wandelaar zou ook op de vermisten kunnen stuiten”, reageert Satijn. „Als wij iets verdachts zien, schakelen we de politie meteen in.”

De politie had informatie over bijvoorbeeld de kleding van de vader eerder dan deze week naar buiten moeten brengen, vindt Satijn. ,Dan hadden we daar bij de zoektochten rekening mee kunnen houden.”

Een politiewoordvoerster ontkent dat de politie informatie te laat naar buiten bracht. „Als het gaat om kleding van de man: we wilden zeker weten om welke kleding het gaat. Anders kun je mensen op een dwaalspoor brengen.”