De SCP-rapporten zijn hier te downloaden.

Het SCP meldt dat de acceptatie van homoseksualiteit in Europese landen sinds 1981 is toegenomen. „De laatste jaren vlakt de toename van acceptatie echter af.” Zo keurde in 1981 grofweg de helft van de Europeanen homoseksualiteit af en in 2008 was dit gedaald tot eenderde. Begin jaren negentig wilde 40 procent geen homoseksuele buren hebben. Dit percentage daalde tot 25 procent in 2008.

In Nederland ligt de acceptatie van homoseksualiteit relatief hoog. „Men heeft weinig of geen moeite met het ‘homohuwelijk’, het recht om te leven zoals homoseksuele mannen en vrouwen zelf willen en een homoseksuele oriëntatie van de eigen kinderen of van een leerkracht”, aldus het SCP.

Toch zijn er ook beperkingen in de acceptatie: 20 procent vindt dat homoseksuelen en heteroseksuelen géén gelijke rechten moeten hebben met betrekking tot adoptie, 29 procent neemt aanstoot aan twee zoenende mannen en 19 procent aan twee zoenende vrouwen (14 procent aan een zoenende man en vrouw). Ook zegt 22 procent meer moeite te hebben met twee mannen die hand in hand lopen dan met een man en vrouw die dat doen.

Naar de kerk

Opvallende uitschieters, aldus het SCP, zijn mensen die minstens een keer per week naar de kerk gaan (26 procent negatief) en PVV-stemmers (10 procent negatief). Niet-westerse migranten hebben eveneens vaak moeite met homoseksualiteit.

Van de vier grootste groepen minderheden geldt dat vooral voor degenen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Zo zou driekwart van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders het een probleem vinden als hun kind een relatie heeft met iemand van dezelfde sekse.

Scholieren

Ook onder scholieren kent de sociale acceptatie van homoseksualiteit beperkingen. In 2009 zei bijna een derde van de leerlingen in het voortgezet onderwijs dat een homoseksuele leerling op school niet zou kunnen vertellen homoseksueel te zijn. Een even grote groep zegt niet te weten of dat zou kunnen.

Grote emancipatieproblemen

Homo’s in Nederland kampen met grote emancipatieproblemen. Dat zegt homobelangenorganisatie COC donderdag in een reactie op twee studies van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Die concluderen dat Nederlanders homoseksualiteit meer accepteren dan vroeger. Maar achter die cijfers „gaan grote problemen schuil”, aldus het COC.

„We mogen er trots op zijn dat zoveel Nederlanders homoseksualiteit zeggen te accepteren. Maar er gaapt een kloof tussen woord en werkelijkheid. De emancipatieproblemen zijn taai en vragen om een doortastende aanpak”, laat COC-voorzitter Tanja Ineke in een verklaring weten.

Het COC wijst er op dat veel Nederlanders negatief denken over verwijfde mannen en mannelijke vrouwen, en dat driekwart van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders moeite heeft met het idee dat hun kind een relatie zou krijgen met iemand van hetzelfde geslacht. Maar 5 procent van de middelbare scholieren vindt dat jongeren op school altijd open kunnen zijn over hun geaardheid.

De organisatie wil dat de politie meer doet om discriminatie te bestrijden. Ook zou er meer moeten worden gedaan voor de acceptatie van homo’s in het onderwijs.