„Links-extremisten pleegden aanslag Turkije”
ISTANBUL (ANP/DPA). De zware bomaanslag zaterdag in het Zuid-Turkse Reyhanli zou zijn gepleegd door Turkse links-extremisten. Dat meldden Turkse media maandag.
Negen aangehouden Turkse verdachten zouden leden zijn van het zogeheten Revolutionair Volksbevrijdingsleger (DHKP-C) en het Turkse Bevrijdingspartij-Front (THKP-C). De Turkse autoriteiten lieten eerder nog weten dat een onbekende groep achter de aanslag zat. Volgens de Turkse regering werkten de verdachten samen met de Syrische geheime dienst. Maar de Syrische regering zei niets te maken te hebben met de aanslag.
Twee autobommen ontploften zaterdagmiddag bij het gemeentehuis en het postkantoor van de stad Reyhanli, bij de grens met Syrië. Naast de 46 doden raakten meer dan 100 mensen gewond. In Reyhanli zitten duizenden Syrische vluchtelingen.
DHKP-C wordt verantwoordelijk gehouden voor aanslagen en moorden in Turkije. De groepering pleegde in februari een aanslag op de Amerikaanse ambassade in de Turkse hoofdstad Ankara. Daarbij kwam een bewaker om het leven.
DHKP-C is een marxistisch-leninistische organisatie die in Turkije geldt als terroristisch. De groepering is anti-Amerikaans en tegen de NAVO. De DHKP-C heeft eerder laten weten dat de militairen van de Patriotmissie van de NAVO in Turkije niet veilig zijn. Ook een Nederlandse Patrioteenheid is in het zuiden van Turkije gestationeerd om het land te beschermen tegen Syrische raketten.
De Syrische minister van Informatie, Omran Zubi, beschuldigde Ankara ervan verantwoordelijk te zijn en noemde de Turkse premier Tayyip Erdogan een moordenaar. „Alle verantwoordelijkheid ligt bij de Turkse regering en Erdogan. Ik eis zijn aftreden als een moordenaar en een beul. Hij heeft niet het recht om een politieke carrière te bouwen op het bloed van het Turkse en het Syrische volk”, aldus Zubi in een interview met de Russische tv-zender RT.