Restauratie Nieuwe Kerk Delft van start gegaan (fotoserie en video)
DELFT. In de Nieuwe Kerk in Delft is woensdagmorgen tijdens een bijeenkomst het startsein gegeven voor de renovatie en uitbreiding van het gebouw.
De Nieuwe Kerk is en blijft in de eerste plaats een kerk, zei drs. A. C. Valkenburg, voorzitter van het college van rentmeesters van de hervormde gemeente, woensdagmorgen. Daarom wil de hervormde gemeente Delft de kerk zo lang mogelijk in eigendom houden. De kerkelijke gemeente is opdrachtgever voor de restauratie.
De hervormde gemeente is subsidiegevers dankbaar, maar ook „de God van de Bijbel”, zei Valkenburg. De plaatselijke predikant ds. L. den Breejen opende de bijeenkomst met gebed. Hij vroeg een zegen voor de restauratie, de architect en de bouwlieden en bad om de voortgang van de prediking van het Woord in de kerk.
De restauratie van de Nieuwe Kerk omvat renovatie en tevens uitbreiding, vertelde architect ir. G. W. van Hoogevest. Belangrijkste onderdelen van de restauratie betreffen het ambachtelijk herstel van onder meer de kapconstructie, leien op het dak, muurwerk, glas-in-loodramen en het casco. De restauratie is aangewezen als leerlingbouwplaats, zodat een nieuwe generatie het ambachtelijke werk leert, zei Van Hoogevest.
De kerk krijgt ondergronds een kerkelijk centrum met zaalruimte, toiletten en een keuken. Verder worden er een trap en een lift naar beneden gerealiseerd. De zalen komen aan de zuidkant te liggen, net buiten de kerk. Van Hoogevest noemde dit een ingrijpende aanpassing die ook technisch voor uitdagingen zorgt. In de zalen valt wel daglicht. De Nieuwe Kerk trekt jaarlijks 200.000 toeristen, boven op de 100.000 bezoekers van kerkdiensten, concerten en andere bijeenkomsten. De faciliteiten van de kerk waren daar niet op afgestemd. Met het aanbrengen van extra toiletruimten en een keuken is dat straks wel zo, aldus Van Hoogevest.
Over de herinrichting van de koninklijke grafkelder werden tijdens de startbijeenkomst geen nadere mededelingen gedaan. Het praalgraf van Willem van Oranje en de koninklijke grafkelder zijn eigendom van de staat. De grafkelder wordt vanwege ruimtetekort aangepast en volgens (van officiële zijde) niet bevestigde berichten flink uitgebreid.
De restauratie betreft ook het Bätzorgel. Het donkerbruine instrument krijgt zijn oorspronkelijke kleuren terug: „rosélila met witte lijsten en banderingen.”
De restauratie duurt tot eind 2015. Voor de 11 miljoen euro kostende operatie moet de hervormde gemeente 3 miljoen bijeenbrengen. Daarvoor start de kerk een fondsenwervingscampagne. De overheid zorgt voor de overige 8 miljoen.
Cultureel erfgoed is belangrijk, omdat het kleur en eigenheid geeft aan onze omgeving, zei S. Bersee, directeur cultureel erfgoed bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vanmorgen. Als monumenten de functie behouden waarvoor ze gemaakt zijn, is dat mooi, gaf hij aan.
De Nieuwe Kerk is eeuwenlang een „klankbord geweest van de lofzang”, zei dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. „Een monument als dit weerstaat de tijd en de tijdgeest. Zelfs als er geen erediensten meer gehouden worden, zoals in veel kerken helaas het geval is, hangt de geest van het gebed in de kerkruimte. Die kan zomaar actief worden en een toevallige bezoeker aanraken. Een huis voor de ziel hebben we nodig.”
Restaureren is belangrijk, aldus dr. Plaisier. „Restaureren is heilige arbeid. Het is verzet tegen het idee dat het leven bij ons begint.”
De hervormde gemeente blijft de kerk zoveel mogelijk gebruiken tijdens de restauratieperiode. „Al zal zich vast de situatie voordoen dat het een periode niet kan”, aldus Valkenburg.
De officiële openingshandeling vond plaats door het ontrollen van een groot spandoek over de restauratie. Dat gebeurde onder Afrikaanse trommelklanken.
Lees hier meer: