Zomer 2003 was een ’smogzomer’
De zomer van 2003 was een echte smogzomer. In grote delen van Europa was de uitstoot van schadelijke ozongassen hoger dan in de voorbije tien jaar.
De smog was vooral ernstig tijdens de lange hittegolf in augustus, zo heeft het Europese Milieu Agentschap in Kopenhagen vrijdag meegedeeld. Van de 31 onderzochte landen hadden 23 minstens een dag bovenmatige vervuiling met ozon.
De ozon ontstaat door een combinatie van hitte en bepaalde gassen uit het verkeer en industrie. Anders dan in de ozonlaag rond de aarde, is ozon bij de grond schadelijk. Kinderen en gevoelige volwassenen kunnen gezondheidsschade oplopen als een kubieke meter lucht meer dan 180 microgram ozon bevat.
Nederland overschreed de gezondheidsnorm deze zomer op dertien dagen, gemiddeld ruim drie uur lang. De hoogste piek kwam uit op 276 microgram, anderhalf keer de norm.
Ozonvervuiling kwam veel meer voor in Italië, Griekenland, Frankrijk en Spanje. In Italië was tussen april en augustus zelfs 108 dagen smogalarm. De hoogste piek is gemeten in het zuidoosten van Frankrijk: in Sausset les Pins heerste begin augustus 417 microgram ozon per kubieke meter lucht, ruim tweemaal de norm.
Alleen in Scandinavië, Ierland en de Baltische staten is de hele zomer geen smogalarm geweest.