Markovic trok in het parlement van leer tegen de aanklachten tegen Lukic en drie andere generaals die het tribunaal deze week publiceerde. Hij zei onder meer dat de politie de staatsinstellingen moet bestormen „om Servië te redden.”

Het presidium van het parlement ontzegde Markovic voor de komende drie maanden de toegang tot het parlement, omdat Markovic de integriteit van de volksvertegenwoordiging in gevaar had gebracht. Markovic is lid van de Servische Eenheidspartij (SSJ) van de vermoorde oorlogsmisdadiger Arkan.

Ook minder radicale Serviërs zijn tegen de aanklacht. Minister van Defensie Boris Tadic, die geldt als een oprechte hervormer, noemde de aanklacht donderdag onacceptabel. Als Servië niet samenwerkt met het tribunaal, kan dat ernstige gevolgen hebben, erkende Tadic, maar de uitlevering van de vier generaals ook. Het functioneren van de Servische defensie is dan in gevaar, zei Tadic.

De Servische regering heeft gezegd de vier generaals in elk geval niet op korte termijn uit te leveren. De aanklacht tegen Lukic ligt extra gevoelig omdat hij nu onderminister van Binnenlandse Zaken is. De regering, die ieder moment ten val kan komen door een motie van wantrouwen van de oppositie, noemt de timing van het tribunaal dan ook onhandig.

De buitenlandchef van de Europese Unie, Javier Solana, gaf de regering donderdag tijdens een bezoek aan Belgrado nog maar eens te verstaan dat samenwerking met het tribunaal geboden is. Solana deed verder een nieuwe poging een dialoog op gang te brengen tussen Servië en de etnische Albanezen in Kosovo. De eerste rechtstreekse gesprekken sinds 1999 tussen de twee partijen liepen vorige week uit op een fiasco.