Onrust in Bangladesh na instorting fabriek
DHAKA (ANP/RTR). Duizenden fabrieksarbeiders zijn vrijdag de straat opgegaan in de Bengaalse hoofdstad Dhaka om hun woede te uiten over de instorting van een fabrieksgebouw woensdag. Door de ramp kwamen bijna 300 mensen om. De demonstranten hebben auto’s in brand gestoken en eisen de arrestatie van de eigenaar van het gebouw waarin kleding werd gemaakt. De eigenaar is echter spoorloos, zei een adviseur van de premier.
De demonstratie verloopt grimmig. Volgens de nieuwszender Al Jazeera heeft de politie traangas gebruikt en met rubberen kogels geschoten om de menigte uiteen te drijven. De arbeiders zijn boos over de slechte en onveilige werkomstandigheden in de kledingindustrie. Voordat het gebouw instortte, waren scheuren ontdekt in de muren.
Tot dusver zijn 62 mensen levend uit het puin gehaald, meldden de lokale autoriteiten. Het aantal slachtoffers kan nog verder oplopen, omdat er mogelijk nog honderden mensen onder de resten liggen. De brandweer gaat ervan uit dat sommigen nog in leven zijn en gaat verder met de zoektocht.
Toen het acht verdiepingen tellende Rana Plaza Building instortte, waren er volgens schattingen 3000 mensen binnen aan het werk. In totaal 2300 mensen overleefden de ramp, van wie zeker de helft gewond is geraakt.