De Hoop Scheffer neemt ook van gematigd man niet alles aan
„Straks gaan kiezers in Georgië van stem-
lokaal naar stemlokaal om te kijken of ze daar als kiezer geregistreerd staan. Velen zullen aan het eind van de dag hun naam nog niet hebben gevonden.”
De angst is in Tinatin Khidasheli’s ogen te lezen. De woordvoerster van een groep jonge Georgische advocaten verwoordt de zorg van veel maatschappelijke organisaties dat de verkiezingen volgende week zondag op een chaos uitlopen. Nog steeds is er immers geen oplossing voor de problemen met de kieslijsten.
Het is een van de redenen waarom Levan Ramishvili van het Liberty Institute bang is voor geweld. „Meer dan de helft van de Georgiërs leeft onder de armoedegrens. Deze mensen zoeken geen rechter om voor hun recht op te komen, maar zij gaan de straat op. Dit zou net als vorige week in Azerbeidzjan tot geweld van de politie kunnen leiden. Dat zal het vertrouwen van de burger in de overheid verder aantasten.” Een vertegenwoordiger van een andere niet-gouvernementele organisatie (ngo) deelt stencils uit waarin voorbeelden van staatsgeweld rond eerdere verkiezingen zijn gedocumenteerd.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, De Hoop Scheffer, kreeg woensdag tijdens zijn reis als voorzitter van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) door Ramishvili op het hart gedrukt om in zijn latere gesprek met president Eduard Sjevardnadze te zeggen dat geweld rond de verkiezingen de internationale reputatie van Georgië geen goed zou doen.
De mensenrechtenactivist in Tbilisi wordt op zijn wenken bediend door de Nederlandse minister. „Georgië heeft de grote ambitie te worden geïntegreerd in de Euro-Atlantische structuren”, zegt hij tegenover de tientallen Georgische journalisten die de nieuwe NAVO-topman willen zien. „Daarom is het land lid van de OVSE en de Raad van Europa. Nadat er diverse mislukte verkiezingen zijn geweest is 2 november een heel belangrijke verkiezingsdag voor dit land. Ik hoop dat Georgië zichzelf een dienst bewijst door een nieuw begin te maken.”
De problemen met de registratie van kiezers zijn ontstaan door de overgang naar een ander computerprogramma, waarbij alle kiezers opnieuw moeten worden ingevoerd. Pas vanaf komende zondag kunnen kiezers controleren of ze erbij zitten, zegt de voorzitter van de centrale kiescommissie, mevrouw Nana Devdariani, die op voorspraak van de OVSE is benoemd. „De problemen zijn ernstig, ik heb zelf de kat de bel aangebonden. Ook de nieuwe lijst zal niet 100 procent zijn. Maar als we wachten op een perfecte lijst, krijgen we nooit verkiezingen.”
Uitstel van de komende verkiezingen vanwege de kieslijsten is geen optie, zegt Devdariani. President Sjevardnadze is daar evenmin voorstander van. Minister De Hoop Scheffer kreeg vooraf van zijn staf het advies het woord ”uitstel” niet te laten vallen.
De ngo’s vinden Nana Devdariani als leider van de kiesraad een vooruitgang ten opzichte van het verleden, zegt Ramishvili. „Maar één voorzitter kan niet alles veranderen. Bovendien kan ze moeilijk alarm slaan, want dan brengt ze haar positie in gevaar.”
Ook andere waarnemers zeggen dat de kiescommissie vrijwel volledig onder controle van de president staat. Devdariani zelf zegt dat ze niet wijkt voor druk uit het paleis. „Ik ben ombudsman geweest en iedereen weet dat ik niet te beïnvloeden ben.”
Dat de verkiezingen van volgende week historisch zijn voor Georgië is niet omdat het parlement in de hoofdstad Tbilisi zo veel in te brengen heeft. Alle macht zit rond president Sjevardnadze (in de Sovjet-Unie minister van Buitenlandse Zaken onder president Gorbatsjov). Maar de verkiezingen voor deze post zijn in april 2005. Allerwegen wordt deze stemming gezien als een generale repetitie voor die verkiezing, zo blijkt uit uitlatingen van diplomaten, journalisten en mensenrechtenorganisaties in Georgië. Tegelijk zijn de komende verkiezingen voor de internationale donors -65 procent van de nationale begroting komt uit buitenlandse fondsen- een graadmeter voor de vraag of ze nog langer in deze mislukte staat zullen investeren.
In zijn gesprek met de Nederlandse OVSE-voorzitter verzekert de Georgische president op eigen initiatief dat zijn regering alles wil doen om de verkiezingen „vrij en eerlijk” te laten verlopen, zegt een bron die bij de ontmoeting aanwezig was. „Ook in de Kaukasus vinden regeringen het beslist niet leuk om internationaal te worden bekritiseerd.”
Sjevardnadze vraagt De Hoop Scheffer echter ook om begrip voor de „jonge democratie” in zijn land, waarin verkiezingen eenvoudigweg niet zo goed kunnen verlopen als in West-Europa. En dat begrip heeft de Nederlandse topdiplomaat. „Komend uit een land met een lange democratische traditie besef ik dat ik vanuit een luxepositie spreek. In eigen land haat ik soms de oppositie, maar we moeten wel samen verder”, zegt hij in Azerbeidzjan.
Tegenover de Nederlandse pers voegt hij eraan toe: „Als je in ons land alle kieslijsten zou nagaan, zou je ook slordigheden tegen kunnen komen. Deze landen zijn de weg naar democratie ingeslagen. Daarbij hebben ze ondersteuning nodig, ook als er incidenten zijn.”
Toch bindt de nieuwe NAVO-topman de Georgische president op het hart geen voorbeeld te nemen aan buurland Azerbeidzjan. Vorige week woensdag werd daar Ilham Alijev gekozen als opvolger van zijn vader president Geidar Alijev, die ernstig ziek in een Amerikaans ziekenhuis ligt. „Die verkiezingen waren niet vrij en eerlijk”, verklaart De Hoop Scheffer ronduit.
Demonstraties die vorige week na de verkiezingen werden gehouden, liepen in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe uit op een confrontatie met de politie. Eén persoon kwam om het leven en 190 mensen werden gearresteerd. Volgens een plaatselijke mensenrechtenorganisatie zijn enkelen zelfs gemarteld en moet de uitslag ongeldig worden verklaard. Maar hoewel verscheidene internationale organisaties, waaronder de OVSE, op basis van rapportages van honderden officiële waarnemers de openlijke fraude rond de verkiezingen en het geweld veroordeelden, wordt toch aanvaard dat Alijev ook zou zijn gekozen als de stemming eerlijk was verlopen.
Gisteren bracht De Hoop Scheffer ook een bezoek aan Alijev junior. Tegen de gewoonte in dringt zijn adviseur erop aan dat hij eerst onder vier ogen -zonder vertaling, in het Engels- spreekt met de nieuwe president van Azerbeidzjan. Als het lang duurt, glimt de adviseur. „Ze gaan blijkbaar tot op het bot.” Hij krijgt gelijk. Achteraf zegt de bewindsman dat hij „positief verrast” was. „Hij is een gematigd man. Ik heb nog geen president in deze regio meegemaakt die zo ontvankelijk was voor onze kritiek als hij.”
Toch blijkt Alijev niet op andere gedachten te zijn gebracht. Hij geeft De Hoop Scheffer drie videobanden mee waarop te zien zou zijn dat de politie was uitgedaagd. Als later de pers en de delegaties aanschuiven, zegt hij duidelijk: „Er waren weliswaar enkele onregelmatigheden, maar die hadden geen invloed op de uitslag. Bij onze eerlijke verkiezingen kon iedereen zijn keus maken.”
De Hoop Scheffer: „Wij gaan die video’s bekijken. Maar ik ben niet zo eenvoudig van geest dat ik alles voor waarheid aanneem.”