Kerk & religie

„Vacante gemeente heeft interim-predikant nodig”

UTRECHT. Elke gemeente die vacant wordt, zou een interim-predikant moeten aanstellen om schoon schip te maken en de lijnen voor de toekomst uit te zetten. Zo werkt het vaak al in de Verenigde Staten, en als het aan Jan Oortgiesen ligt, in de toekomst ook in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

Van een medewerker
19 April 2013 22:10Gewijzigd op 15 November 2020 03:10

Oortgiesen, die de huidige twaalf interim-predikanten in de Protestantse Kerk aanstuurt, redigeerde samen met dr. Rein Brouwer en Jodien van Ark de bundel ”Voorbijganger als voorganger. Het interim-predikantschap van de toekomst”. Het boek werd vrijdag in Utrecht gepresenteerd.

Een interim-predikant wordt voor een vaststaande, beperkte periode aangesteld in een gemeente om problemen op te lossen of te zoeken naar een „begaanbare weg richting de toekomst.”

Praktisch voordeel is dat hij als relatieve buitenstaander of „kritische vriend” met grotere vrijmoedigheid pijnlijke kwesties kan aanpakken. „Hij kan voorzichtig littekens openmaken waaronder het nog zweert, waar de kerkenraad of vaste predikant er soms niet meer aan durft te komen”, aldus een aanwezige predikant.

De eerste interim-predikant in de Protestantse Kerk was ds. J. van Dijk, die in 2005 aan de slag ging. De schrijvers van het boek ”Voorbijganger als voorganger” verwachten dat hun aantal de komende jaren in de tientallen zal lopen.

Dr. Brouwer schetste enkele ontwikkelingen. Het betrekkelijk nieuwe fenomeen van de interim-predikant past volgens hem „heel goed” in de bredere ontwikkeling dat er steeds meer parttimepredikanten komen. „Nu al is dat een op de drie. De tijd dat een predikant 7 dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar wil zijn voor zijn gemeente, is grotendeels voorbij. Vooral jonge predikanten houden werk en privé bewust gescheiden.”

De vaste kaders van de fulltime­aanstelling zullen volgens dr. Brouwer steeds meer plaats maken voor „kortlopende contracten”, wat ook gevolgen zal hebben voor „de ervaring en de betekenis van het ambt van predikant.”

Een belangrijk motief is, volgens dr. Brouwer, de noodzaak van het „ontzorgen” van de kerkelijke gemeenten. Aanstellingen zouden meer centraal vanuit door het landelijk dienstencentrum van de PKN geregeld kunnen worden, wat de vaak krimpende gemeenten met weinig mankracht veel administratief werk bespaart. „Hoe we ook denken over de driehoek van kerkenraad, predikant en dienstencentrum, er zal de komende jaren veel te ontzorgen zijn.”

Een spanningsveld is het gevaar van een te managementgerichte aanpak en verlies van de „intrinsieke waarde” van het predikantschap, aldus dr. Brouwer. „De interim-predikant is minder profeet, priester of koning en meer wijze. Een wijze die vooral helpt te onderscheiden tussen gezond en ongezond, constructief en belemmerend. Hij is er niet voor dagelijks onderhoud, maar voor advies. Hij leert van Prediker: er is een tijd om te breken en er is een tijd om te bouwen.”

De verschillen tussen Amerika en Nederland zijn te groot om bij een vacature standaard een interim-predikant te benoemen, zo stelde hij. „Het is van belang dat hij een uitzonderingsfiguur blijft.”

Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, wees op het gevaar van een te eenzijdige aanpak. „Een interim-manager moet een gemeente helpen bij het wezenlijke. Op alleen het oplappen van een organisatie zit niemand te wachten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer