Aanslagen Boston tonen kwetsbaarheid Amerika aan
De bomaanslag bij de marathon in Boston van maandag heeft opnieuw de kwetsbaarheid van de Verenigde Staten aangetoond. Voor veel Amerikanen is het gevoel van 9/11 weer terug.
Tot 11 september 2001 leefden Amerikanen in de veronderstelling dat een grootscheepse aanval op het vasteland van de Verenigde Staten min of meer ondenkbaar was.
De laatste keer vóór de aanslagen van 11 september dat Amerikaans grondgebied werd aangevallen was op 7 december 1941, toen de Japanse strijdkrachten de Amerikaanse marinebasis op Pearl Harbor bombardeerden. Maar dat was Hawaï, een eilandengroep op duizenden kilometers afstand van de Amerikaanse kust. Het vasteland leek nog altijd veilig.
De aanslagen van 11 september 2001 schudden de Amerikanen ruw wakker uit hun zorgeloosheid. Een groep goed voorbereide terroristen bleek in staat binnen korte tijd bijna 3000 mensen te vermoorden.
Amerika veranderde van een open land met maximale vrijheid in een vesting waarin veiligheid de boventoon voert.
Iedere bezoeker wordt tegenwoordig bij aankomst op de foto gezet. Er worden vingerafdrukken genomen en de douane wil precies weten wat je in het land komt doen. Op de veerboot naar Manhattan varen gewapende agenten mee. Er is zelfs een compleet nieuw ministerie van Binnenlandse Veiligheid opgericht.
Al die maatregelen konden echter niet voorkomen dat afgelopen maandag twee bommen afgingen bij de marathon van Boston. Drie doden en 176 gewonden zijn de trieste balans. Veel gewonden zullen hun leven lang invalide zijn, want de explosies leverden veel afgerukte ledematen op.
Afgezien van het fysieke leed, brachten de aanslagen in Boston de Amerikanen ook een gevoelige mentale klap toe. Ondanks alle hightechapparatuur en –in sommige gevallen extreme– veiligheidsmaatregelen, is het kennelijk toch mogelijk bommen in een grote menigte te laten afgaan zonder dat de veiligheidsdiensten daar aanwijzingen voor hadden – laat staan dat ze die hadden kunnen voorkomen.
Een grootschalig sportevenement als een marathon is ook erg moeilijk te beveiligen. De deelnemers leggen een parcours van ruim 42 kilometer af. Het is vrijwel onmogelijk om de veiligheid van elke meter te garanderen.
De grote vraag is hoe de Amerikaanse autoriteiten op deze aanslagen zullen reageren. De roep om aanscherping van de veiligheidsmaatregelen klinkt al volop. Het valt echter te betwijfelen of dat daadwerkelijk bescherming biedt, of alleen maar een gevóél van meer veiligheid creëert.
Direct na het bekend worden van de aanslagen verschenen er meer veiligheidsagenten op het dak van het Witte Huis. Het luchtruim boven Boston werd gesloten. Bruggen en vliegvelden werden extra in de gaten gehouden. Agenten met honden patrouilleerden op treinstations. Allemaal verantwoordelijke daden van de Amerikaanse overheid, maar over de effectiviteit valt te twisten.
Vooralsnog is onduidelijk wie er achter de aanslagen in Boston zit. Mocht blijken dat een groepering buiten de Verenigde Staten verantwoordelijk is, dan zal Amerika vermoedelijk met militaire middelen reageren en de internationale strijd tegen terrorisme opvoeren. Aanvallen met onbemande vliegtuigjes in Pakistan, Jemen en Somalië zijn daarvoor tegenwoordig een beproefd middel.
De mogelijkheid bestaat ook dat een binnenlandse factie achter de aanvallen in Boston zit. Volgens de FBI is het aantal haatgroeperingen in de VS onder het bewind van president Barack Obama enorm gestegen.
Amerikadeskundige Willem Post: „Deze groepen bestaan veelal uit rechts-extremisten die individuele vrijheid nastreven, de overheid haten en Obama ervan verdenken een moslim te zijn die hun wapens wil afnemen.”
Het kan echter ook zijn dat een individuele dader voor de aanslagen verantwoordelijk is. Een medewerker van de Amerikaanse explosievenopruimingsdienst zei gisteren tegen omroep CNN dat de uitgesproken witte rook na de ontploffing erop wijst dat er vermoedelijk geen geavanceerd militair explosief materiaal is gebruikt. Dat geeft doorgaans grijze of zwarte rook.
De Amerikaanse veiligheidsdiensten gaan er vooralsnog van uit dat er bij de aanslag materialen zijn gebruikt die voor gewone burgers makkelijk voorhanden zijn, zoals kunstmest en kruit.
Voor de slachtoffers zal het geen verschil maken wie er achter de aanslagen zit. Zij leven voort met de verschrikkingen van maandag.
Neem Linda Claire Willits. Zij liep maandag haar 29e marathon. De Amerikaanse stuurde haar vriendin Stephanie Douglas een sms toen ze de finish was gepasseerd.
„Ik kom eraan”, reageerde Stephanie, die in een café in de buurt zat te wachten. Twee luide explosies volgden. „De ontploffing was zo hevig dat de stoelen omvielen. Ik zag mensen letterlijk door de lucht vliegen, alsof ze op een trampoline sprongen.”
„Mensen begonnen te schreeuwen dat er nog een bom was gevonden”, vervolgt Douglas. „Iedereen probeerde uit alle macht weg te komen. Buiten zag ik een man die zijn benen was verloren. Hij bleef maar proberen om op te staan.”