Oppositie viert vertrek Boliviaanse president
Tienduizenden indiaanse boeren en studenten zijn maandag naar de Boliviaanse hoofdstad La Paz gelopen om hun overwinning te vieren over de tot aftreden gedwongen president Gonzalo Sanchez de Lozada.
De betogers vertrokken uit El Alto, de aan La Paz grenzende sloppenstad, die wekenlang het epicentrum vormde van protesten en ongeregeldheden, waarbij ten minste 65 mensen de dood vonden. Het grotendeels vreedzame protest was bedoeld om druk op de nieuwe regering uit te oefenen, opdat die tegemoetkomt aan de behoeften van de arme indiaanse meerderheid.
De belangrijke Boliviaanse boerenbond CSUTCB, een van de drijvende krachten achter de protesten tegen de gewezen president, heeft een bestand van negentig dagen afgekondigd. Daarmee zouden ze de tijd hebben om met de nieuwe president, Carlos Mesa, te onderhandelen.
De voormalige president van Bolivia, Gonzalo Sanchez de Lozada, is bereid zich voor de Boliviaanse justitie te verantwoorden voor de beslissingen die hij heeft genomen in de crisis die voorafging aan zijn aftreden. Hij zei dat op een persconferentie in Washington, waar hij na zijn val vrijdag naartoe is gevlogen.
De nieuwe president van Bolivia, Carlos Mesa, heeft gezegd dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de tientallen doden „zonder wraak” worden vervolgd. De oud-president verdient zeker dertig jaar gevangenisstraf, zei oppositieleider Morales maandag.
De eurocommissaris voor Externe Betrekkingen, Chris Patten, drong er maandag bij de nieuwe leiders van Bolivia op aan harder dan zijn voorganger te werken aan verbetering van de positie van de armen. Patten zei dat de EU alle toezeggingen op het gebied van hulp en ontwikkeling handhaaft die aan de vorige regering zijn gedaan. Bolivia kreeg tussen 1992 en 2000 ongeveer 321 miljoen euro aan economische hulp en voedselhulp van de EU.
Oud-president Sanchez de Lozada nam vrijdag de benen naar de Verenigde Staten na een volksopstand die was uitgebroken naar aanleiding van een omstreden plan voor de export van aardgas. Vakbondsleiders en indianenleiders gebruikten de woede van de armen over de groeiende kloof tussen arm en rijk als een hefboom om de regering ten val te brengen.
Mesa, vice-president onder Sanchez de Lozada, benoemde zondag een nieuw kabinet. De meeste ministers hebben geen banden met het politieke establishment. Enkele ministers behoren tot een linkse partij, maar de meeste van de vijftien ministers zijn onbekende economen en intellectuelen. Een belangrijke factor in de opstand vormde de achtergestelde positie van de indianen, die de meerderheid van de bevolking vormt. Mesa heeft een nieuwe ministersportefeuille gecreëerd, die van etnische zaken. De post wordt bekleed door Justo Seoane, een indiaan uit het oosten van het land.