Dat vindt de Werkgroep Stolpersteine Dordrecht, die zijn plannen dinsdagmiddag presenteerde in het stadhuis van Dordrecht.

Uit Dordrecht zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog ongeveer 200 Joden weggevoerd en niet teruggekeerd. De slachtoffers woonden hoofdzakelijk in de binnenstad van Dordrecht en de negentiende-eeuwse schil daaromheen.

De werkgroep, die eerder dit jaar werd opgericht, wil voor elk van hen een Stolperstein plaatsen. Een Stolperstein, ook wel struikelsteen genoemd, is een betonnen steentje van ongeveer 10 bij 10 centimeter. Er zit een plaatje van messing op waarop de naam en leeftijd van het slachtoffer staan vermeld, evenals de plaats waar de persoon is vermoord. Het steentje wordt bevestigd in het trottoir, voor het vroegere huis of onderduikadres van het slachtoffer. Het steentje ligt enkele millimeters hoger dan de andere bestrating.

De Stolpersteine zijn een creatie van de Berlijnse kunstenaar Gunter Demnig. Hij begon in 1994 met het project. Sinds die tijd zijn er tienduizenden geplaatst in diverse Europese landen en in Israël. Alleen al in Berlijn liggen er 2000.

De Dordtse werkgroep vindt het opmerkelijk dat al in meer dan zestig plaatsen in Nederland Stolpersteine liggen, maar in Dordrecht niet, terwijl er uit die plaats veel Joden zijn weggevoerd. Om daar verandering in te brengen, stuurt de werkgroep binnenkort een brief naar de huidige bewoners van de 78 huizen waar de Joden vroeger woonden. In de brief wordt toestemming gevraagd om de Stolpersteine voor hun woning te plaatsen.

Verder is er een website gemaakt waarop alle locaties staan waar de Joden woonden of waren ondergedoken. De werkgroep roept Dordtenaren ertoe op geld te doneren voor het bekostigen van de struikelstenen. Per stuk kosten de Stolpersteine ongeveer 150 euro.