Israël herdenkt Shoah; Peres waarschuwt tegen Jodenhaat
JERUZALEM – De Israëlische president Shimon Peres en premier Benjamin Netanyahu hebben zondag aan het begin van de Holocaustherdenkingsdag gewaarschuwd voor de haat tegen het Joodse volk.
Peres noemde als voorbeelden de nazipartijen die misbruik maken van crises en „verziekte antisemitische cartoons die zogenaamd in de naam van persvrijheid gepubliceerd worden.”
Peres en Netanyahu spraken gisteren bij een ceremonie op het Getto van Warschauplein in Yad Vashem. De plechtigheid vormde het begin van de herdenking van de Holocaustslachtoffers en de verzetshelden.
Peres wees erop dat het aantal Joden momenteel lager is dan aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. De beschaafde wereld dient zich volgens hem af te vragen hoe het komt dat korte tijd nadat de crematoria in de vernietigingskampen in Europa nog werkten en nadat de geallieerden zware verliezen leden om het duivelse nazisme te verslaan, het nog mogelijk is dat het leiderschap van Iran de Holocaust openlijk ontkent.
Premier Benjamin Netanyahu zei dat het Joodse volk nooit meer zijn lot in de handen van anderen moet leggen, zelfs niet in de handen van zijn beste vrienden. Hij beloofde dat er geen nieuwe Holocaust zal plaatshebben.
De premier wees er op dat Jodenhaat vandaag de dag ook in nieuwe vormen voorkomt. „De moorddadige haat tegen Joden is niet uit de wereld verdwenen, hij is gewoon vervangen door haat tegen de Joodse staat.” Netanyahu herinnerde zijn gehoor van Holocaustoverlevenden, Israëlische leiders en buitenlandse diplomaten eraan dat Iran openlijk van plan is de staat Israël te vernietigen. „Wat veranderd is, is onze capaciteit om onszelf te verdedigen.”
Vanmorgen om tien uur Israëlische tijd klonken de sirenes om de twee minuten stilte voor de slachtoffers en helden te markeren. Tegelijkertijd begonnen op tal van plaatsen ceremonies. Het thema van wat officieel heet ”Herdenkingsdag voor de martelaren en helden van de Holocaust” was dit jaar: ”Verzet en opstand gedurende de Holocaust: zeventig jaar na de opstanden in Warschau”.