Nes Amim al vijftig jaar ontmoetingsplaats in Israël
De gemeenschap Nes Ammim in Israël viert dit jaar haar vijftigjarig bestaan. Het dorp gaat in de komende tijd fors uitbreiden door nieuwe woningen te bouwen.
Volgende week vindt de jubileumviering in Nes Ammim plaats met excursies, lezingen en een cultureel programma. In mei houdt Nes Ammim een internationale conferentie in het Duitse Essen en in september een viering in Amersfoort. In de afgelopen jaren hebben duizenden christenen uit Nederland, Duitsland, Zwitserland en andere landen in Nes Ammim gewerkt.
Het dorp beoogt solidariteit te betonen aan Joden en Arabieren en de ontmoeting tussen hen te bevorderen, westerse vrijwilligers een kans te bieden om te leren over Israël, het Jodendom en de islam en de christelijke theologie te ontdoen van antisemitisme en –zoals de website zegt– van zendingsdrang onder Joden.
Het dorp telt circa tachtig inwoners, voor de helft vrijwilligers uit vooral Nederland en Duitsland. De anderen zijn Israëlische Joden en Arabieren die in 24 huurhuizen wonen. De bedoeling is dat het aantal Israëlische bewoners de komende jaren fors wordt uitgebreid.
Algemeen directeur Pleus Blom vertelt dat Nes Ammim een landontwikkelingsplan is gestart, waarbij het bestaande dorp wordt uitgebreid met 91 vrijstaande koopwoningen. Op het ogenblik wordt de infrastructuur aangelegd voor de nieuwe huizen.
In augustus zal met de bouw van de eerste 44 huizen worden begonnen en het plan is dat deze een jaar later klaar zijn. Nes Ammim voert de uitbreiding uit in samenwerking met een projectontwikkelaar waarmee het dorp een aantal jaren geleden in zee is gegaan.
Diversiteit
Blom wijst erop dat de gegadigden moeten passen bij de identiteit van Nes Ammim. Gegadigden voor een huis doorlopen een zogenoemd acceptatietraject. Een comité dat bestaat uit mensen van binnen en buiten Nes Ammim screent de geïnteresseerden op aspecten zoals respect, het vermogen met diversiteit om te gaan, tolerantie en gastvrijheid. Blom: „Een vraag is bijvoorbeeld wat een Jood ervan vindt als hij een Arabische buurman krijgt.”
De nieuwbouwwijk zal worden bevolkt door Joden en Arabische christenen en moslims, ook wel Palestijnse burgers van Israël genoemd. Nes Ammim heeft inmiddels dertig families geaccepteerd. Deze bestaan tot nu toe voor ongeveer 70 procent uit Joden en voor 30 procent uit Arabieren. „Ze kopen het huis niet alleen vanwege de mooie omgeving maar ook omdat ze achter onze doelstelling staan. Ze willen hun kinderen laten opgroeien in een milieu waarin ze kennismaken met de diversiteit die in feite al aanwezig is in het land Israël.”
De nieuwe bewoners zullen de ideologie van Nes Ammim versterken omdat ze zich scharen achter de waarden van de gemeenschap. Maar er zijn ook belangrijke economische redenen voor de uitbreiding. De verkoop van huizen stelt Nes Ammim in staat om hoognodige investeringen te doen.
Toerisme
Blom zegt dat de investeringen nodig zijn in bijvoorbeeld het elektriciteitsnetwerk, de wegen, de vrijwilligersverblijven waar een achterstand is ontstaan in het onderhoud, en niet te vergeten het 56 kamers tellende hotel. „Het toerisme in Israël is een competitieve markt. Het is dus belangrijk een hoge standaard te handhaven door in het hotel te blijven investeren.”
Het hotel vormt momenteel de primaire bron van inkomsten. Andere zijn de verhuur van huizen aan Joodse families en het verpachten van gronden aan nabijgelegen kibboetsen. De verkoop van huizen zal Nes Ammim verder helpen. „Het landontwikkelingsprogramma maakt ons overigens niet rijk, maar minder arm. De hulp van buitenaf is altijd essentieel geweest en dat blijft straks ook zo”, vertelt Blom.
Nes Ammim overweegt verder de aanplant van olijfbomen, waarbij mensen uit Europa mogelijk een olijfboom kunnen kopen met vermelding van hun naam, en de opzet van een klein zakencentrum met kantoren en opslagplaatsen. In de toekomst zullen er mogelijk extra huurhuizen worden gebouwd.
Joodse traditie
Predikant dr. Pieter Dronkers van Nes Ammim maakt duidelijk dat een aantal Nederlandse en Duitse kerken en organisaties Nes Ammim ondersteunt, waaronder de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Dronkers is manager van het Centrum voor Onderwijs en Dialoog voor Vrede. Vanaf de oprichting in 1963 is het leren over de Joodse traditie steeds het belangrijkste onderdeel van de studieprogramma’s geweest, aldus Dronkers.
Deze week bijvoorbeeld leerden de vrijwilligers over de sederavond: de feestelijke liturgische maaltijd die Joden aan het begin van het Pesach hebben. Het studieprogramma geeft ook aandacht aan de positie van Palestijnse christenen en van de Palestijnen in het algemeen. Behalve seminars zijn er ook excursies aan het programma verbonden.
Het centrum arrangeert in het kader van de dialoog in samenwerking met Israëlische organisaties ontmoetingen tussen Joden en Arabieren en tussen Joden, moslims en christenen. Dronkers: „We hielden hier bijvoorbeeld een zomerkamp waaraan Israëlische en Palestijnse jongeren uit Oost- en West-Jeruzalem meededen om te spreken over de vraag hoe hun religieuze traditie een rol speel in het conflict.”
De Nederlandse predikant zegt dat hij probeert de vrijwilligers een kans te geven om een seminar te volgen en de gasten te ontmoeten. „Voor jongeren uit Jeruzalem is het weer interessant om met Nederlandse en Duitse leeftijdgenoten te spreken over hun ervaringen.”
Deelwaarheid
In het kader van de dialoog is er ook een programma voor contacten met Palestijnse christenen. Zo waren het Bethlehem Bible College en de verzoeningsorganisatie Musalaha het afgelopen jaar te gast om te werken aan vorming en toerusting. „Op deze manier proberen we lokale christenen te steunen. Wij willen als christenen ook met hen solidair zijn.”
De vrijwilligers krijgen de kans om de verschillende kanten van het conflict te zien. Hij heeft meegemaakt dat een studiegroep tien dagen rondreisde en diep onder de indruk raakte van een bepaalde kant van het verhaal. Ze interpreteren dan het hele conflict vanuit die invalshoek. „Dat wordt te simpel”, vindt Dronkers. „Ik denk dat het belangrijk is om hier langere tijd te zijn en met veel mensen te spreken en heel veel verschillende standpunten te horen.”
Jolande Uringa werkt als vrijwilligster op de afdeling communicatie. „Ik was twee keer eerder in Israël geweest en ik voelde me tot in mijn DNA verbonden met Israël. Ik was erg onder de indruk van het land.”
In Nes Ammim leerde ze de complexiteit van het land beter kennen. Ze zag dat er onder Joden verschillende groepen bestaan waartussen soms onbegrip bestaat en van de christelijke Arabieren hoorde ze hoe zij zich als minderheid voelen. „Je komt hier in contact met verschillende groepen. In Nederland wordt het debat wel wat simpeler gevoerd dan hier. Ik wilde er heel graag meer over leren. Daarvoor moet je hier zijn.”