Volgens Roh is Pyongyang meer geïnteresseerd in het voorbestaan van het eigen regime en economische hulp, dan in kernwapens. Hij wilde niet zeggen of hij gelooft dat Noord–Korea al kernwapens heeft. Wel meent Roh dat het conflict rond de vermeende kernwapens „correct wordt opgelost". „Ik geloof niet dat Noord–Korea daadwerkelijk kernwapens wil hebben, maar wel wil het land garanties voor zijn eigen regime en buitenlandse hulp." Noord–Korea dreigde donderdag om een nucleair „afschrikkingsmiddel" te tonen. Amerikaanse functionarissen deden dat af als praatjesmakerij.

Een jaar geleden kwam Pyongyang in opspraak door het antikernwapenverdrag op te zeggen, een kerncentrale op te starten en wapeninspecteurs het land uit te gooien. Dat zorgde voor veel ongerustheid bij de buurlanden. Volgens de 57–jarige Roh weet Noord–Korea heel goed dat het produceren van kernwapens een doodlopende weg is.

Over Zuid–Korea’s economie zei Roh dat het dieptepunt achter de rug is. Het een moeilijk jaar, maar inmiddels gaat het weer beter. Onlangs stelde Roh voor half december onder de 48 miljoen inwoners een referendum te houden over zijn beleid. Dat is nog nooit vertoond in Zuid–Korea en leidde tot veel verbazing. Roh trad pas acht maanden geleden aan. Vrijdag zei Roh dat als hij door het referendum moet vertrekken er half april volgend jaar na verkiezingen een nieuwe president zit.

Gevraagd naar de rol van Zuid–Korea bij de wederopbouw van Irak, zei Roh dat zijn land er nog niet aan toe is om te besluiten over het zenden van troepen naar Irak. De VS vroegen Seoul in september om steun.