„Dvd’s zijn dingen van de duivel”
„Geen discussie van jong tegen oud”, vraagt discussieleider Evert van Dijkhuizen aan het begin van de eerste RD-jongerendebatavond over media. Hij daagt de tjokvolle zaal direct uit met vier prikkelende citaten van jongeren: „Als ik boos ben, draai ik geen popmuziek. Dan wordt het alleen maar erger.”
Donderdagavond, universiteitscentrum De Uithof in Utrecht. Het lukt niet om iedereen een plaats in de collegebankjes te geven. Niet alleen veel jongeren zijn op het debat afgekomen, ook een groot aantal ouders, jeugdwerkleiders en een paar predikanten laten hun gezicht zien. ”Open je blik”, staat er op een billboard voor in de zaal. Het zet onbedoeld de toon voor de avond. Een korte mix van video- en geluidsfragmenten uit onder meer de films Titanic en The Lord of The Rings leidt het thema van de avond in ”Moet kunnen?!”.
„Is dit alles?” fluistert een bezoeker naar zijn buurman als RD-journalist Van Dijkhuizen het woord neemt na de videobeelden. Van Dijkhuizen zwengelt het debat direct aan met een paar persoonlijke vragen aan ds. J. van Amstel, christelijk gereformeerd predikant, oud-popmuzikant Johan Vreugdenhil en oud-EO-presentator Jan van den Bosch.
Vreugdenhil krijgt de vraag voorgelegd of hij nog steeds achter zijn eerdere uitspraak staat dat bepaalde muziekwinkels het voorportaal van de hel zijn. De oud-popmuzikant neemt geen blad voor de mond: „Ik heb gezwommen in een vieze, gore, stinkende rivier. Ik weet nog hoe dat ruikt en voelt. De satan wil ons stapje voor stapje naar die rivier toe leiden om ons in zijn tentakels vast te grijpen.”
Met het in de lucht houden van een groene of een rode kaart kunnen alle aanwezigen vervolgens hun mening geven over vijf stellingen. Groen betekent ja en rood is nee. Er gaan meer groene dan rode kaarten omhoog voor de eerste stelling: ”Een film waarin wordt gevloekt, gaat de deur uit”. Bij de tweede stelling is het beeld een stuk onoverzichtelijker: ”Gospelmuziek is een opstapje naar popmuziek”. De zaal kleurt groen voor de stelling ”Reformatorische kerken waarschuwen tegen internet, maar doen niets aan mediaopvoeding”.
Vreugdenhil: „De duivel is een briesende leeuw. Hij maakt omtrekkende bewegingen. In het huis waarin hij nooit een tv kreeg, staat nu een dvd-speler. Dingen van de duivel.”
Het wordt stil in de zaal als een ouder vertelt dat hij een zoon is kwijtgeraakt door de moderne media. „Ik zie het als een persoonlijke fout dat ik hem onvoldoende de Heere heb opgedragen. Ik ben opgegroeid zonder de computer en daar is de basis gelegd voor de huidige generatiekloof.” Een predikant valt hem bij: „We lopen als ouders door alle ontwikkelingen op onze tenen.”
Waar ligt nu de verantwoordelijkheid, is het thema dat steeds terugkeert. Een jongen: „Zowel bij ouders als bij de jongeren zelf.” Een leeftijdgenoot is het niet met hem eens: „Jongeren zijn zelf 100 procent verantwoordelijk. Alleen nemen ze die vaak niet.” Een derde: „Ouders moeten steeds laten merken hoe groot de verantwoordelijkheid is ten opzichte van je Schepper.” Een ouder: „Kinderen moeten ook hun ouders in de gaten houden. We zijn allemaal even zwak.”
Een meisje vindt dat er te negatief over dvd’s wordt gesproken. „Niet alle boeken zijn slecht. Dat geldt ook voor de films. Van de vijftig films die ik de afgelopen tijd heb gezien, deugden er vijf misschien niet.” Vreugdenhil: „Ben jij in staat scheiding te maken tussen goed en kwaad?”
De radicaliteit van de oud-popmuzikant gaat velen te ver. Het meisje krijgt bijval. „In onze gezindte worden veel boeken van Amerikaanse auteurs gelezen. Is het dan erg als je kijkt naar een verfilming van zo’n boek?” vraagt een jongen. „Films bevatten vaak puur realisme”, stelt een ander. Een pabo-student: „Als ik zie hoe kinderen in groep 8 al op deze thema’s betrokken zijn, denk ik: Moeten we niet veel eerder aan mediaopvoeding beginnen?”
Dat veel jongeren een dubbelleven leiden is logisch, stelt een jongen. „Je moet toch kijken hoe je je leven wilt inrichten? Meestal komt het nog wel goed, want dan zie je een leuk meisje uit de kerk.” Van Dijkhuizen: „Deze week is een meisje van 13 jaar overleden. Dan is het eeuwigheid. Hoe zit het dan met je dubbelleven?” De jongen: „Het is misschien niet de bedoeling, maar wel de realiteit.”
W. Visser uit Nunspeet houdt aan het eind van de avond een appèlwoord over Elia’s vraag aan het volk op de Karmel: „Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Maar het volk antwoordde hem niet één woord.” Visser: „Ik merkte vanavond weerstand tegen de radicaliteit die de Bijbel van ons vraagt. Maar wie niet voor Hem is, is tegen Hem. Wil je God de afgesleten botjes van je leven schenken? Hij vraagt een radicale bekering van het hart. Er is geen betere Koning en geen betere dienst. Ik mag je Hem van harte aanbevelen.”