Christenen in Syrië steeds vaker doelwit
AMMAN – Syrische christenen vormen voor een toenemend aantal gewelddadige, vaak criminele groepen een speciaal doelwit.
Religieus gemotiveerde fundamentalistische bewegingen streven er bewust naar alle christelijke aanwezigheid in Syrië te beëindigen. Het zijn de conclusies uit twee onafhankelijke rapporten die onlangs verschenen. Ze doen het ergste vrezen.
Het eerste rapport is afkomstig van de Minority Rights Group, een niet-gouvermentele organisatie met haar hoofdkwartier in Londen. Deze ngo brengt ieder jaar een gedetailleerd rapport uit over de situatie van etnische en religieuze minderheden in diverse delen van de wereld. Het rapport beschrijft hoe snel de humanitaire situatie van alle inwoners van Syrië verslechtert. Zonder uitzondering en ongeacht religieuze of etnische achtergrond.
In het licht van het toenemende geweld, de groeiende wetteloosheid en de afwezigheid van effectief staatsgezag in delen van het land zijn het vooral de Syrische christenen die slachtoffer worden van criminele bendes en terroristen.
De Minority Rights Group heeft uitgebreid onderzoek verricht in vluchtelingenkampen in Turkije en Jordanië en gesprekken gevoerd met Syrische christenen die naar Europa zijn gevlucht.
De organisatie spreekt over „een minderheid die huiveringwekkende verhalen vertelt over verkrachtingen, ontvoeringen en mensenhandel. Er is in het Midden-Oosten een bloeiende industrie van mensenhandel ontstaan waarin enorme bedragen omgaan en die zich concentreert rond de Syrische crisis.”
In Libanon is een maffia van mensensmokkelaars actief die Syrische vluchtelingen hoge bedragen laat betalen om hen vervolgens te voorzien van valse stempels en visa. Vooral Syrische christenen worden hier het slachtoffer van, omdat zij vaak het gevoel hebben dat er voor hen geen plaats meer is in het Midden-Oosten.
Het rapport van de Minority Rights Group legt de rol bloot van criminele bendes die alleen uit zijn op financieel gewin. Christenen zijn voor hen een geliefd doelwit omdat vaak wordt gedacht dat ze geld bezitten. Een verschil met andere Syrische minderheden is bovendien dat christenen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld alevieten, druzen en Koerden, niet beschikken over eigen gewapende milities, wat hen extra kwetsbaar maakt.
De kerken in Aleppo maakten vorige maand bekend dat er opnieuw twee priesters waren ontvoerd die per bus van Aleppo naar Damascus reisden. Een gewapende militie hield onderweg de bus aan en dwong vervolgens de twee priesters uit te stappen. Sindsdien is er niets meer van hen vernomen.
Deze ontvoeringspraktijk blijkt met name in het oostelijke gedeelte van Syrië sterk te zijn toegenomen. Het is de streek die bekendstaat als Mesopotamië. Behalve Koerdische en Arabische stammen kent deze regio een grote concentratie van Armeense en Assyrische christenen.
In Jordanië sprak ik de afgelopen tijd met christelijke families die verwanten hebben in Maalula, dat op 25 kilometer van de Syrische hoofdstad Damascus ligt. Maalula is van grote betekenis voor het christendom wereldwijd, omdat de christelijke inwoners van deze plaats nog steeds Aramees spreken, de taal die Jezus Zelf vermoedelijk heeft gesproken.
Lange tijd lukte het Maalula om zich te onttrekken aan het geweld elders in Syrië, maar enkele weken geleden begonnen gewapende milities het stadje te omsingelen. De christelijke families in Jordanië vertelden dat ze hulpverzoeken hadden ontvangen van hun verwanten in Maalula omdat deze gewapende rebellen op hun Facebookpagina lijsten hadden gepubliceerd met namen van jongens en mannen uit Maalula die ze wilden ontvoeren.
Vorige maand verscheen er nog een tweede rapport over de situatie van de christenen in Syrië. Het werd geschreven door de Zweeds-Assyrische journalist Nuri Kino die eerder literaire prijzen in de wacht sleepte vanwege zijn gedetailleerde documentatie over het lot van de Irakese christenen na 2003.
In zijn verslag maakt Nuri Kino een vergelijking tussen de huidige situatie van Syrische christenen en die van hun Iraakse geloofsgenoten een decennia eerder. De overeenkomsten zijn alarmerend: christenen in Syrië worden gedood, soms voor de camera’s onthoofd door religieuze extremisten.
Het rapport kan ook gelezen worden als een kreet om hulp van kerkelijke leiders in de buurlanden van Syrië. Libanese geestelijken vertellen dat de vlucht van Syrische christenen de vorm heeft aangenomen van een ware exodus die dagelijks lijkt aan te zwellen.
Daar komt nog het dagelijkse aantal doden bij. Het totale aantal slachtoffers van de burgeroorlog in Syrië heeft naar schatting de 70.000 al overschreden.