Irakveteraan neemt afscheid met open brief aan Bush en Cheney
APELDOORN – De Amerikaanse veteraan Tomas Young heeft naar aanleiding van de tiende verjaardag van de invasie in Irak een boze brief geschreven aan oud-president George W. Bush en voormalig vicepresident Dick Cheney. Zijn laatste, want hij wil sterven. Daarover schrijft Der Spiegel.
„Gebruikt, verraden, opgeofferd.” Zo voelt Young (33) zich. Drie dagen na de aanslagen van 11 september 2001 zag hij op televisie hoe president Bush, staande op de puinhopen van het World Trade Center in New York, een arm om een treurende brandweerman sloeg en in een megafoon riep: „De mensen die dit gebouw naar beneden hebben gehaald, zullen spoedig van ons horen.”
Nog diezelfde dag meldde Young zich vrijwillig bij het leger. Hij wilde in Afghanistan vechten tegen al-Qaida en de taliban, de verantwoordelijken voor de aanslagen van 11 september. Afghanistan werd echter Irak. Daar werd hij op 4 april 2004 –de vijfde dag van zijn verblijf– door een scherpschutter in de wervelkolom geraakt. Hij raakte verlamd en zit sindsdien in een rolstoel.
Young wil op 20 april, de achtste verjaardag van zijn trouwdag, stoppen met eten en het innemen van medicijnen en zo een einde maken aan zijn leven. In een open brief richt de bekende Irakveteraan zich nog één keer tot degenen die hem destijds naar Irak hebben gestuurd. Hij verwijt Bush en Cheney jonge mensenlevens te hebben opgeofferd in een „zinloze oorlog”, terwijl zij zelf de militaire dienst uit de weg zijn gegaan.
„Ik heb me bij het leger gemeld omdat ons land was aangevallen. Ik wilde vechten tegen degenen die zo’n 3000 landgenoten hadden gedood. Ik heb me niet gemeld om naar Irak te gaan, een land dat part noch deel had aan de aanslagen van september 2011 en geen bedreiging vormde voor zijn buren, laat staan de Verenigde Staten”, zo schrijft Young.
De veteraan zegt dat hij de brief niet zou hebben geschreven als hij in Afghanistan gewond was geraakt. Dan zou hij „tenminste troost vinden in de wetenschap dat mijn verwondingen een gevolg zijn van mijn eigen beslissing om het land dat ik liefheb te verdedigen.”
De brief eindigt met een oproep aan Bush en Cheney. Hij hoopt dat beiden zoveel karaktersterkte kunnen opbrengen om het Amerikaanse publiek, de wereld en vooral het Iraakse volk „om vergeving te smeken.”