Binnenland

Anderhalve eeuw oude kippen in Barneveld

BARNEVELD – „De meeste kippen zijn anderhalve eeuw oud.” Albert Truin is maar wat trots dat het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld 35 opgezette dieren kan tonen uit de vermaarde natuurhistorische collectie van museum Naturalis in Leiden. „Ze zijn voor een jaar uit de opslag van Naturalis.”

Jan Kas
21 March 2013 10:40Gewijzigd op 15 November 2020 02:36
Pluimveemuseum in Barneveld. Foto ANP
Pluimveemuseum in Barneveld. Foto ANP

Renswoudenaar Truin, tot 
zijn pensionering directeur 
van een broederij en als bestuurslid verantwoordelijk 
voor de levende have in en rond het pluimveemuseum, heeft de kippen van Naturalis naar Barne­veld gehaald. „Ik las er ooit een artikel over in het pluimveeblad Avicultura; het leek me na torenhanen, keramiek en wijnkannen wel wat voor de jaarlijkse wissel­expositie.”

Hobby

De opgezette dieren stammen vrijwel alle uit het midden van de negentiende eeuw. „In die periode kregen rijkere Nederlanders oog voor het fokken van andere kippenrassen dan het pluimvee dat op boerderijen rondscharrelde. Jan met de pet hield kippen om de eieren en het vlees, die interesseerde zich niet zo voor het uiterlijk. De rijken wel, voor hen was het houden van kippen een hobby. Bovendien gingen ze in diezelfde tijd ook verzamelingen aanleggen om de dieren voor het nageslacht te bewaren. Goed dat ze dat gedaan hebben, want anders dan de beenderen van de mammoeten in Naturalis zijn kippen in de natuur snel verteerd. Na een jaar vind je niets meer terug van een kip, nog geen botje.”

Een baardkuifhoen uit 1861 blijkt een schenking van het Koninklijk Zoölogisch Gezelschap Amsterdam, dat de dierentuin Artis oprichtte. Een brahma uit 1876 is afkomstig van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. Een barnevelder, het kippenras waarvan dit jaar het honderdjarig bestaan wordt gevierd, is niet in de Naturaliscollectie opgenomen, omdat deze rond 1850 nog niet bestond. Wel zijn op de wissel­expositie twee voor­lopers van de barnevelder te zien: de brahma en de cochin. De barnevelder kreeg elders in het museum een vaste plek.

Om de ontwikkeling van de kippenrassen te tonen, heeft het pluimveemuseum naast de opgezette kippen foto’s geplaatst die er een indruk van geven hoe de dieren er tegenwoordig uitzien. „Vooral kenners zien de verschillen”, zegt Truin. „De vorm van de kam, de bouw, die robuuster of juist fijner is geworden, vleugels die meer zijn gaan hangen bijvoorbeeld, of een hogere staart.”

„Soms”, zo laat Truin zien, „wijkt Moeder Natuur af van het normale.” Hij wijst naar een kuiken met drie poten, twee op de gebruikelijke plaats, één achterop. „En hier een poot met vier sporen in plaats van één. Die vond men bijzonder genoeg om te bewaren. In dit geval is niet de hele kip opgezet, de poot is er afgehakt.”

Hoeden

Blikvanger van de Naturalisexpositie, die tot 31 oktober dit jaar is te bezichtigen, is een struisvogel. „Die behoort weliswaar niet tot de hoenders, maar de loopvogel is net als de kip een nutsdier. De veren werden vroeger veel gebruikt om hoeden mee te versieren, en de struisvogel wordt ook om het vlees gehouden.

Overigens noemen Vlamingen de veren van de struisvogel pluimen. Als je het op die manier bekijkt, kun je de struisvogel ook als pluimvee beschouwen.”

www.pluimveemuseum.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer