Binnenland

Nynke Eringa wacht geduldig af

Het duurt nog acht weken voordat de Commissie Gelijke Behandeling bekendmaakt of de gemeente Leeuwarden trouwambtenaar Nynke Eringa mocht ontslaan of niet. Toch zal het voor haar geen zenuwslopende periode worden. „Ik kan het nu overgeven”, zegt ze.

Jan van Klinken
18 January 2002 22:26Gewijzigd op 13 November 2020 23:22

Ongewild kreeg Nynke Eringa landelijke bekendheid. Toen vorig jaar juni bleek dat de gemeente Leeuwarden haar contract niet wilde verlengen als ze geen homoparen zou trouwen, was ze een tijdlang voorpaginanieuws. Het leverde de principiële vraag op of gemeenten die vrijheid wel hebben. Of dienen zij juist ruimte te bieden aan gewetensbezwaarden?

Interviews geeft ze niet en al die media-aandacht had voor haar niet gehoeven, maar ze vindt wel dat de zaak het waard is om aan oordelende instanties voor te leggen. Daarom reisde ze vrijdag naar Utrecht om samen met haar advocaat, mr. S. O. Voogt, een toelichting te geven op de klacht die ze bij de Commissie Gelijke Behandeling heeft ingediend. Ze was de rust zelve, al is haar de hele affaire niet in de koude kleren gaan zitten.

Haar zaak lijkt kansrijk. De wet zegt dat er geen ongerechtvaardigd onderscheid mag worden gemaakt op grond van godsdienst - en dat heeft de gemeente Leeuwarden volgens veel juristen wel gedaan. Waarschijnlijk heeft de commissie voor die vraag niet eens zo veel tijd nodig. Maar er zijn mogelijk complicaties.

Zo voert Leeuwarden aan dat een trouwambtenaar geen echte ambtenaar is maar een soort uitvoerend orgaan, net als een burgemeester of een rechter. In dat geval is er geen gezagsverhouding en dan is de Algemene wet gelijke behandeling niet van toepassing.

Bij het begin van de zitting gaf commissievoorzitter prof. mr. J. E. Goldschmidt aan dat de zaak op deze kwestie kan stranden. Dan zal de commissie zich onbevoegd verklaren en geen uitspraak doen.

De commissie spaarde Leeuwarden niet. Commissielid mr. L. Mulder wilde bijvoorbeeld weten hoe vaak de gemeente homohuwelijken moet sluiten. Dat bleken er in drie maanden slechts zes te zijn geweest. Zwak protesteerde de woordvoerder van de gemeente, omdat hij een bepaald waardeoordeel in de vraagstelling proefde.

Ook kwam vrij uitvoerig het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de orde om het probleem van de gewetensbezwaarden op een praktische manier op te lossen. De commissie wilde wel eens weten hoe Leeuwarden dat had ingevuld. Volgens de woordvoerder had de gemeente dat zo op haar eigen wijze gedaan.

Een volgende vraag was wat de gemeente zou doen als een trouwambtenaar het huwelijk moest sluiten van iemand met wie hij of zij in onmin leefde. Zou er dan ook niet naar een praktische oplossing worden gezocht? Nee, ook dan zou volgens de gemeentewoordvoerder de ambtenaar worden verplicht de wet uit te voeren.

Advocaat mr. Voogt kon de houding van Leeuwarden maar moeilijk rijmen met de toezegging van de voormalige staatssecretaris Cohen van Justitie. Die had gezegd dat er aan de situatie met gewetensbezwaarden altijd wel een mouw te passen zou zijn. Zelfs als er maar twee trouwambtenaren in een gemeente zouden zijn die beiden zouden weigeren, dan kon er volgens de bewindsman altijd nog een vervanger uit een naburige gemeente worden gevraagd. „In Leeuwarden staan zelfs zeven ambtenaren klaar om een homohuwelijk te sluiten”, aldus Voogt.

Mocht de zaak-Eringa stuklopen op het ontbreken van een gezagsverhouding, dan zal de commissie toch inhoudelijk op de kwestie van gewetensbezwaarde trouwambtenaren moeten ingaan naar aanleiding van de klacht van mevrouw Trijnie van Marle uit Hasselt. Daar ziet het althans wel naar uit.

Zij reageerde telefonisch op een advertentie waarin de gemeente Hattem trouwambtenaren zocht. Toen ze zei dat ze principiële bezwaren had tegen het sluiten van homohuwelijken, was het gesprek snel afgelopen. „Dan kunt u nu wel stoppen”, was haar gezegd.

Inmiddels heeft de gemeente Hattem toch besloten eventueel gewetensbezwaarden te benoemen, maar dat vond mevrouw Van Marle geen reden om haar klacht in te trekken. Haar raadsman, mr. J. W. Oolbekkink van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), wees erop dat er ruim 120 gemeenten zijn die hetzelfde standpunt huldigen als Hattem indertijd. Wat de RMU betreft start de commissie alsnog een eigen onderzoek naar deze misstand.

Moeilijk kon de commissie uit de voeten met de klacht van homo-organisatie COC Zwolle tegen de gemeente Nunspeet. Volgens het COC is het kwetsend voor homo’s dat deze gemeente trouwambtenaren het recht geeft het sluiten van een homohuwelijk te weigeren.

De commissie hield het COC voor dat dit niet wil zeggen dat Nunspeet geen homohuwelijken sluit. Wist de organisatie dus wel zeker dat ze in haar belangen werd geschaad? COC-woordvoerder R. van Kregten vond van wel. Stel dat je als aanstaand trouwpaar de ambtenaar zelf mocht uitkiezen en dat die dan zou laten weten geen homo’s te willen huwen? Dat zou toch een grote domper op de vreugde zijn.

Daarover had Voogt al opgemerkt dat deze vlieger niet opgaat. „Er is geen recht om zelf een trouwambtenaar uit te zoeken. Ik kreeg in ieder geval geen keuze.”

De commissie zal in alle zaken binnen acht weken uitspraak doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer