Hongaarse premier verwerpt kritiek van collega’s op EU-top
BRUSSEL — De Hongaarse premier Viktor Orban wijst de kritiek van de Europese Unie en mensenrechtenorganisaties op de recente grondwetswijzigingen van de hand en vindt hun bezorgdheid overtrokken.
Op de eurotop donderdag in Brussel liet Orban weten dat de democratie en de rechtsstaat in zijn land niet in gevaar zijn.
De maandag aangenomen grondwetsamendementen stroken met de EU-verdragen, beweerde Orban. „We hebben het in mijn optiek over politieke meningen. Die mogen niet de plaats van feiten innemen. De democratische instellingen van Hongarije zijn sterk genoeg om zichzelf te verdedigen.”
De Nederlandse premier Rutte toonde zich niet gerustgesteld. Hij noemde de amendementen een reden tot „grote zorg”, vooral voor minderheden in Hongarije. Rutte wees erop dat „Europa niet alleen over markt en munt gaat, maar ook een waardegemeenschap is, één van mensenrechten en democratie.”
Veel van zijn collega’s die in Brussel samenkwamen, delen Ruttes zorgen. De Europese Unie, de Verenigde Staten en diverse Hongaarse juristen en burgerrechtengroepen waarschuwen al langer dat de grondwetswijziging het constitutioneel hof van Hongarije verzwakt. Dat zou de speelruimte van de regering vergroten en het machtsevenwicht tussen de verschillende staatsinstellingen in Boedapest in gevaar brengen.
Het hof mag zich binnenkort alleen nog uitspreken over eventuele vormfouten in door het parlement goedgekeurde grondwetsamendementen.
Ook is het verwijt dat de omschrijving van het gezin als een (getrouwde) man en vrouw de rechten van ongetrouwde paren en homoseksuelen beknot.