Twijfels over provincie van Veenendaal tot Den Helder
UTRECHT – Minister Plasterk doet er alles aan om het kabinetsplan voor vijf landsdelen aan de man te brengen. Dinsdagavond konden inwoners van de provincie Utrecht hem vragen stellen. Lang niet iedereen is overtuigd van het nut van een provinciefusie.
De Statenzaal van het provinciehuis in Utrecht is met meer dan 200 burgers goed gevuld. Ze krijgen een uur de gelegenheid om vragen te stellen over het plan voor een fusie van Utrecht, Flevoland en Noord-Holland.
„Ik kom uit Veenendaal”, zegt een jonge spreker. „Dat ligt 180 kilometer bij Den Helder vandaan. Hoe denkt u dat zo’n groot gebied bestuurbaar blijft?”
Verschillende sprekers komen uit plaatsen die net een bestuurlijke herindeling achter de rug hebben. „De ervaring leert dat de kosten tegenvallen en dat de betrokkenheid van burgers na een fusie flink afneemt”, aldus een inwoner van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Er zijn ook veel vragen over het tempo waarmee de minister het plan wil invoeren. „Het kost jaren om goed te onderzoeken wat de beste optie is”, zegt een oudere vrouw. Bovendien vindt ze een tijd van crisis niet het juiste moment voor een fusie. „Je baan staat op de tocht, je pensioen wordt vergokt, de post wordt slecht bezorgd en de bushalte in je straat wordt opgeheven. Wat we in Nederland willen, is rust in de tent. Daar kan de minister zich beter mee bezighouden.” Ze kan rekenen op een hartelijk applaus.
Voor sommige burgers gaat het plan voor vijf landsdelen juist nog niet ver genoeg. „Waarom niet gelijk alle twaalf provincies opheffen?” vraagt een vrouw uit de gemeente Stichtse Vecht zich af. Een andere spreker vindt het logischer om Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en een deel van Flevoland tot één landsdeel samen te smeden. „Die provincies zijn naar de zee gericht. Eigenlijk zou je Rotterdam, Vlissingen, Antwerpen en Zeebrugge allemaal moeten verbinden.”
Die laatste optie noemt Plasterk „wel erg gedurfd.” Sowieso denkt hij dat een samengaan van Noord- en Zuid-Holland, zoals eerder al bepleit bij plannen voor een Randstadprovincie, niet verstandig zou zijn. „Daar woont bijna twee derde van alle Nederlanders. Dan zou Nederland uit balans raken.” Over de precieze grenzen kan later nog worden gesproken, zegt hij.
Plasterk gelooft niet dat de betrokkenheid van burgers zal afnemen door een provinciefusie. „Juist door wat meer afstand te nemen, wordt het bestuur beter zichtbaar en komt de provincie dichter bij de burger te staan”, stelt de minister.
Vragen over de snelheid waarmee hij het plan wil uitvoeren, neemt hij mee naar Den Haag. „Natuurlijk wil ik geen onverantwoorde dingen doen. Tegelijk is het op een gegeven moment ook eens tijd om knopen door te hakken. Je kunt niet elke keer zeggen: Dat moet het volgende kabinet maar doen.”