VN-rapporteur: Meer vrijheid van godsdienst
GENÈVE — De vrijheid van godsdienst is te vaak onderwerp van klachten die de Verenigde Naties ontvangen.
Dit blijkt uit onderzoek door Heiner Bielefeldt, speciaal VN-rapporteur godsdienstvrijheid.
„In mijn werk als rapporteur ontvang ik te vaak berichten van grove schendingen van de vrijheid van godsdienst. De slachtoffers behoren regelmatig tot een religieuze minderheid in hun land”, zo zei Bielefeldt donderdag voor de VN-Mensenrechtenraad.
Als voorbeelden noemde hij onder meer bureaucratische belemmeringen, uitsluiting van bepaalde sectoren in de samenleving en systematische discriminatie. Ook het indoctrineren van kinderen in het openbaar onderwijs hoort daarbij.
Vandalisme, verstoring van religieuze bijeenkomsten en het afwijzen van asiel zijn concrete uitingen van antireligieuze stemmingen. Ook de daders achter zulke acties zijn volgens Bielefeldt heel divers: „Het kunnen staten zijn, maar ook niet-statelijke actoren.” De motivatie achter de schendingen verschilt sterk.
„Onacceptabel”, vindt de rapporteur. „De wereldwijd erkende principes van de mensenrechten hebben respect voor de naaste als basis. Die omvat niet alleen de vrijheid van godsdienst, maar ook persoonlijke religieuze keuzes.”
Dit geldt volgens Bielefeldt niet alleen voor christenen, moslims of andere gelovigen. Ook atheïsten hebben onvervreemdbare rechten. Het schenden van hun rechten is eveneens strafbaar. „Dit wordt vaak vergeten.”
Ieder land moet grondig kijken naar de inhoud van media, wetgeving en onderwijs. Deze kunnen vaak religieuze spanningen veroorzaken.