Tot voor kort werden ouders die een kind met het Downsyndroom wilden laten weghalen doorverwezen naar andere ziekenhuizen. Dat gebeurde op grond van de christelijke uitgangspunten van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Volgens het ziekenhuis voelden de gynaecologen zich echter tekortschieten in de zorg en begeleiding van ouders. Terwijl zij met hen het hele intensieve behandeltraject meemaakten, moesten zij de ingrijpende gebeurtenis van een abortus aan collega’s elders overlaten. Daarom besloot het ziekenhuis abortus op kinderen met het syndroom van Down onder strikte voorwaarden toe te staan.

De reacties bleven niet uit. Zo’n 10 procent van het personeel heeft een brief ondertekend waarin de raad van bestuur wordt gevraagd het besluit te heroverwegen. „Hoe ver willen we gaan?” stelt een personeelslid. „Hebben deze prachtige kinderen geen recht meer om te leven, omdat de zorg steeds scherper aangesteld wordt? Wat is de achterliggende reden om zo’n kindje weg te laten halen? Wat staat ons in de zorg nog meer te wachten?”

Het argument om de totale zorg te willen bieden is „volledig onterecht”, stelt Creation Verloskundigen uit Veenendaal in een brief aan het ziekenhuis. „Voor de diagnostiek van het syndroom van Down wordt immers altijd verwezen naar Rijnstate in Arnhem of het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen. Met het niet willen doen van abortus bij syndroom van Down zou Ziekenhuis Gelderse Vallei een statement afgeven, waarmee het respect voor het ongeboren leven vormkrijgt.”

Met dit besluit wordt een kind met het syndroom van Down ten onrechte gelijkgesteld aan een niet levensvatbaar kind, stellen de verloskundigen.

De Edese CU vroeg tevergeefs om een gesprek. In haar brief wees ze er onder meer op dat de wet abortus slechts mogelijk maakt in een noodsituatie. „Uit het artikel in de krant kan men de conclusie trekken dat u nu ook het syndroom van Down een noodsituatie vindt. Maar wat is dan die noodsituatie? Kinderen met het syndroom van Down hebben vaak aangeboren hartafwijkingen en/of duodenaal atresie, afwijkingen die goed operabel zijn. Het vaak lage IQ van de kinderen met Downsyndroom kan toch niet het criterium zijn waarop de noodsituatie wordt gebaseerd?”

De reactie van de raad van bestuur was kort: „Wij kennen en respecteren uw mening die gebaseerd is op uw geloof. Deze mening, maar ook andere meningen, zijn zorgvuldig gewogen alvorens we tot deze verruiming van ons beleid hebben besloten. Het traject is zo zorgvuldig geweest dat we geen reden zien om hierover met u in gesprek te gaan.”

De CU stelde te willen opkomen voor „onmondige kleine en zwakke burgers.” „En ondertussen dreigen we zo ook in Ede een samenleving te worden waarin de zwakkere niet welkom is. Dat is pas echt een gehandicapte samenleving.”

Begin 2008 werd het beleid ook reeds verruimd. Toen besloot het ziekenhuis dat gynaecologen voor een abortus vóór de 24e zwangerschapsweek niet langer de goedkeuring van hun raad van bestuur of hun medisch-ethische commissie nodig hebben.