Anti-Amerikaanse Chávez grillig en autoritair
CARACAS (ANP) – De Venezolaanse president Hugo Chávez leed sinds 2010 aan kanker, waarvoor hij zich als links politicus in het communistische Cuba liet behandelen. Dinsdag werd bekend dat hij is overleden.
De linkse populist bemoeide zich gedurende zijn presidentschap (sinds 1999) graag met andere landen. Zo mengde hij zich graag met de politiek in andere Latijns-Amerikaanse landen en haalde hij verbaal uit naar buitenlandse politici met wie hij het niet eens was. Vooral de kapitalistische Verenigde Staten onder president George Bush moesten het destijds ontgelden.
Enkele jaren geleden beweerde Chávez zelfs dat Nederland spionagevluchten door Amerika mogelijk maakt vanaf de vliegvelden Hato en Reina Beatrix op Curaçao en Aruba.
Hugo Rafael Chávez Frías werd 28 juli 1954 geboren als zoon van een lerarenechtpaar van indiaanse afkomst. Na zijn militaire opleiding studeerde Chávez nog een blauwe maandag politieke wetenschappen. Hij koos daarna voor een militaire loopbaan die 17 jaar zou duren.
De theorieën van Simón Bolivar, die in de 19e eeuw tegen het imperialisme streed, legden de basis voor zijn socialistische gedachtengoed. Chávez ontmoette in de kazerne jonge militairen, die net als hij vonden dat Venezuela slecht werd geleid. In 1992 leidde Chávez een mislukte coup tegen de zittende regering.
Hij belandde in de gevangenis, maar kreeg in 1994 amnestie. Chávez ging vervolgens de politiek in en won in 1998 de presidentsverkiezingen. Bij zijn aantreden als staatshoofd in 1999 beloofde hij de armoede te bestrijden en de corruptie aan te pakken.
In de praktijk bleek dat hij vooral uit was op het versterken van zijn eigen macht. Hij wilde controle krijgen over de oliesector. Venezuela is de op vier na grootste exporteur van olie ter wereld. Door zijn pogingen de olie-industrie onder controle te krijgen, kwam Chávez automatisch in conflict met Washington. Veel Amerikaanse bedrijven hebben belangen in de Venezolaanse oliesector. Bovendien gruwde Chávez als socialist van de Amerikaanse droom van een vrije handelszone.
Ook in eigen land stuitte de autoritair en grillig regerende Chávez op verzet. Hij raakte in 2002 in conflict met tienduizenden werknemers van de nationale petroleummaatschappij Pdvsa. Ook in het leger, aanvankelijk zijn grootste machtsbasis, groeide de kritiek. Veel militairen waren bang dat Chávez aanstuurde op een linkse dictatuur. Ze pleegden een coup, maar na twee dagen zat Chávez met steun van loyale troepen weer in het zadel.
In 2005 overleefde hij een referendum over zijn positie, waarna hij in 2006 werd herkozen tot president. Hij werkte nauw samen met de links geöriënteerde leiders van zijn buurlanden. In 2009 richtten ze de Bank van het Zuiden op om Latijns-Amerikaanse landen minder afhankelijk te maken van het neoliberale Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Tijdens de Arabische Lente bekritiseerde hij in 2011 westers georiënteerde heersers als Hosni Mubarak in Egypte. Hij steunde echter de voormalige Libische heerser Muammar al-Kaddafi en had kritiek op de aanvallen van de NAVO tegen diens getrouwen.