Nederlandse tandarts ruïneert Franse gebitten
De Franse tuchtraad is een onderzoek gestart naar tientallen klachten van lichamelijke verminking door de Nederlandse tandarts Van N. De zestig tot zeventig slachtoffers hebben zich verenigd in een collectief. Ze verwijten de tandarts grove fouten bij de behandeling te hebben gemaakt waardoor ze in veel gevallen ernstige schade hebben opgelopen, zowel lichamelijk als psychisch.
Tanden die zonder duidelijke reden worden getrokken, bruggen en kronen die loslaten en abcessen, mogelijk als gevolg van een gebrek aan hygiëne tijdens de behandeling. De pijnlijke en grove behandelingen van de Nederlandse tandarts Mark van N. zijn voor veel slachtoffers moeilijk uit te wissen traumatische ervaringen geworden.
Sinds 2011 zijn er bij Franse tuchtraad tientallen ernstige klachten binnengekomen over de werkwijze van de tandarts.
Patiënten klagen steevast over langdurige pijnlijke behandelingen met bedroevend resultaat. Ook de exorbitant hoge rekeningen zijn een belangrijk onderwerp. Een prijsopgave die binnen twee dagen 200 euro duurder wordt. Dubbele rekeningen en facturen voor ongevraagde prijsopgaven.
Een geliefde bezigheid was zo veel mogelijk tanden tegelijk behandelen. Een lid van het collectief werd aan maar liefst negentien tanden behandeld, zowel gezonde tanden als tanden die niet eens bestonden. Zeven vullingen tegelijk doen en vervolgens het hele gebit op de factuur zetten. Volgens Van N. was zoiets „normaal in Frankrijk.” Sommige mensen zeggen voor duizenden euro’s door Van N. te zijn opgelicht.
De vermoedelijke fraude is hoog opgepakt door de Franse justitie. Een onderzoeksrechter in Parijs heeft zich inmiddels over de zaak gebogen. De politie van Château-Chinon heeft al verschillende getuigen gehoord.
Woede
Mensen voelen zich bedrogen en ook een beetje schuldig. Ze vragen zich af hoe het mogelijk is dat ze jarenlang zo naïef konden zijn.
De oprichtingsvergadering van het collectief in het cultureel centrum van Château-Chinon loopt daarom uit op een emotionele bijeenkomst. Het is de tweede keer dat de slachtoffers bijeenkomen. Zo’n dertig mensen, veelal ouderen, hebben de weersomstandigheden getrotseerd om de vergadering bij te wonen.
Maandenlang hebben ze nauwelijks iets durven zeggen over de lichamelijke ellende die de tandarts heeft veroorzaakt. De inwoners van deze streek, de Morvan, zijn erg op zichzelf. Problemen worden niet gauw met de buren gedeeld. Maar daar lijkt nu verandering in gekomen. Enkele maanden nadat de eerste klacht bij de Franse tuchtcommissie (ONCD) is gedeponeerd, komen de verhalen van slachtoffers naar buiten.
„Ik heb elke dag zo veel pijn dat ik alleen nog maar met mijn gehemelte kan kauwen”, vertelt Danielle Wezemael. „Alles moet opnieuw worden gedaan, hij heeft één tand bij me gebroken. Vervolgens zijn er tanden gevuld die niet gevuld hadden moeten worden. Een andere tandarts heeft me verteld dat de kronen die erop zijn geplaatst, zullen breken. Ik weet niet eens hoeveel tanden hij behandeld heeft, hij zei nooit iets. Mijn schade wordt door mijn huidige tandarts geschat op 17.000 euro.”
Het is een ingetogen woede, die de Fransen uit de streek kenmerkt. Ze weten dat ze in een gebied wonen met een groot gebrek aan medisch personeel. Dan ga je ook niet moeilijk doen over een arts die zich misschien wel wat vreemd gedraagt.
Opmerkingen als: „Voor u is de behandeling gratis mevrouw”, of: „Ik ben laat, wilt u misschien koffie?”, werden geaccepteerd omdat mensen dachten dat het een Nederlandse gewoonte was.
Nicole Martin was de eerste die in 2011 de stilte doorbrak en een klacht tegen Van N. indiende. Martin: „Hij wist van geen ophouden. Hij ging maar door en zei: „Er is een probleem met die tand en met die.” Van N. trok de ene na de andere tand.”
Martin was woest over de behandeling. Ze weigerde te betalen, maar Van N. had inmiddels haar verzekeringspasje gegrepen. Twee maanden later bleek dat er 1700 euro was afgeschreven. Samen met een andere tandarts maakte ze een reconstructie van de behandelingen. „Daaruit bleek dat Van N. me heeft behandeld aan tanden die niet eens bestaan.”
Ook onder de buitenlandse slachtoffers, enkele Nederlanders en een Australische, is de boosheid groot. De behandeling van Jos begon met een wortelkanaalbehandeling zonder verdoving. Jos: „Vervolgens kreeg ik een abces. Twee tanden ernaast werden geruïneerd. Het is gewoon een sloper. Ik ben bang dat die man niet te stoppen is en straks gewoon weer ergens anders gaat beginnen.”
„Ik kan er nog steeds niet van slapen”, vertelt de Australische Angela Chippendale. „Hij ging zo bruut te werk. Het is een nachtmerrie geworden.” Ze wijst naar een flink gat, rechtsboven in haar mond, en kan haar tranen niet bedwingen.
Aanvankelijk was ze blij dat er een tandarts was die haar –na jaren zwoegen in het Frans– eindelijk in het Engels te woord stond. Waarschuwingen van haar familie, die de naam van Van N. hadden ingetikt in Google sloeg ze in de wind. Chippendale voelt zich misbruikt en zegt problemen te hebben met haar zelfvertrouwen.
Chippendale: „Mijn leven is letterlijk kapotgemaakt. Door zijn toedoen heb ik nu zeven kronen nodig. Hij doet alles voor geld.”
Berisping
Van N. komt in augustus 2008 naar de Morvan op uitnodiging van een Nederlandse headhunter die al jaren voor de Franse overheid Nederlandse artsen en tandartsen naar de regio haalt. Een vluchtig onderzoek op internet naar een mogelijk belastend verleden van Van N. levert niets op. Van N. staat ingeschreven in het Nederlandse register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) en daarmee is de kous af.
Toch leidt Van N.’s werkwijze, voor zijn vertrek naar Frankrijk in 2008, in de regio Den Haag al tot de nodige commotie. Verschillende malen buigt de tuchtraad zich over klachten die tegen de tandarts worden ingediend. Van N. wordt verweten onzorgvuldig medisch te handelen, veel te hoge vergoedingen in rekening te brengen en medische gegevens opzettelijk te laten verdwijnen.
Nico Kerkhof deed voor zorgverzekeraar DSW onderzoek naar Van N. „Het viel ons op dat voor kinderen, verzekerden van DSW, wel erg hoge bedragen werden gedeclareerd.”
Bij een meisje van vijftien maakte hij 3000 euro aan kosten en bij een behandeling van een jongen van 16 declareerde hij 7000 euro. Kerkhof: „Ik kreeg opdracht te onderzoeken wat er mis was en heb de familie uitgenodigd. Toen ik hen hier zag, dacht ik, wat moet ik hiermee? Ik had nog nooit zo’n ravage gezien. Heel slechte tandheelkunde, de gaten kwamen je tegemoet. En als je dan bedenkt dat er net voor 17.000 euro aan werk is verricht, dan verwacht je een nette mond en niet de situatie die ik aantrof.”
In 2007 krijgt Van N. een waarschuwing voor het zoekraken van medische dossiers. De uitspraak houdt niet lang stand. In het hoger beroep wuift de tuchtraad de waarschuwing weg. Twee jaar later, in 2009, is er opnieuw een zitting met daarin een hoofdrol voor Van N. Het regionaal tuchtcollege veroordeelt de tandarts dan voor het langdurig onzorgvuldig behandelen van een patiënt en legt hem een voorwaardelijke schorsing uit het BIG-register op. Maar ook deze straf wordt in hoger beroep vernietigd. Van N. komt er met een berisping van af.
Kerkhof: „Heel triest dat zoiets zomaar kan. Ik denk dat het regionaal tuchtcollege een betere uitspraak heeft gedaan dan het landelijk college. Ondanks de door hem veroorzaakte schade heeft de tuchtcommissie hem in feite gewoon vrijuit laten gaan.”
In de periode die Van N. in de Haagse tandartsenpraktijk aan het Valkenbosplein werkt, haalt hij zich de ergernis van een collega op de hals. De tandarts verwijt Van N. hoge bedragen te declareren voor ook nog eens slechte behandelingen. De man wil dat Van N. op de vingers wordt getikt en dient een klacht in bij het medisch tuchtcollege en de inspectie.
Maar ook ditmaal ziet de tuchtraad onvoldoende reden om Van N. te vervolgen. De klagende tandarts, die daarentegen zijn ergernissen openlijk bespreekt met een bevriende collega, krijgt een waarschuwing voor het schenden van de geheimhoudingsplicht.
De officiële berisping is blijkbaar geen reden voor het ministerie van Justitie om Van N. een verklaring van goed gedrag te weigeren. In 2008, wanneer Van N. zijn aanvraag indient voor het openen van een praktijk in de Bourgogne, vraagt de Franse tuchtcommissie (ONCD) of hij een strafblad heeft. Van N. overhandigt de commissie een door het Nederlandse ministerie van Justitie uitgegeven en in het Frans vertaalde verklaring van goed gedrag.
De Franse tuchtcommissie vindt het allemaal prima. Zijn diploma’s zijn in orde, zijn kennis van de Franse taal is voldoende en Van N. kan beginnen. Achteraf betreurt voorzitter Elisabeth Gaillard van de tuchtcommissie de gang van zaken.
Gaillard: „We zitten ermee in onze maag. We weten nog steeds niks over zijn verleden in Nederland. Een van de slachtoffers kwam vorig jaar met een artikel aanzetten. Jammer genoeg kan ik geen Nederlands. We kunnen zeggen dat Europa niet zo heel erg goed samenwerkt op medisch gebied.”
Van N. zelf zijn de vele klachten wel bekend. Maar hij wil er weinig over kwijt. „Ze zullen worden afgehandeld via de kanalen die daarvoor zijn”, laat hij via de telefoon weten.
Arbeidsongeschikt
Terwijl de Franse tuchtcommissie zich in 2012 buigt over de eerste serie klachten tegen de tandarts, staan zijn patiënten eind juli van de ene op de andere dag voor een gesloten praktijk. Eind juli 2012 valt Van N. van een ladder en raakt daarbij volgens eigen zeggen verlamd aan zijn rechterarm. De praktijk gaat dicht en Van N. wordt arbeidsongeschikt verklaard.
In het dorp wordt alleen weinig waarde gehecht aan die lezing. Van N. blijft rondrijden in zijn auto, soms wordt hij zelfs gesignaleerd met een sigaar in zijn hand. Niemand die ook maar iets gelooft van de val.
De meeste voormalige patiënten denken dat het allemaal in scène is gezet en dat de arbeidsongeschiktheidsverklaring op valse gronden is verkregen. Zijn voormalige assistente weet dat Van N. enkele maanden voor de val zijn invaliditeitsverzekering heeft verhoogd. Het is volgens de bewoners allemaal te toevallig.
„Het is een notoire oplichter, een komediant, een mooiprater, hij windt iedereen om zijn vingers.”
Een voormalige collega windt er geen doekjes om. Hij kan zich de woede van de slachtoffers goed voorstellen en vertelt dat hij aanvankelijk niks bijzonders merkte, maar dat hij na ongeveer een jaar nattigheid begon te voelen. „Deze man is niet geschikt voor tandarts. Als je het oplichten in je hebt, zoals hij, dan verandert dat niet, ook niet in een volgende praktijk.”
En die praktijk zou in principe best weer eens in Nederland kunnen zijn, aangezien Van N. zich weer in het BIG-register heeft laten opnemen. Een terugkeer die kan rekenen op de woede van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie. „Dit bewijst maar weer dat we niet te lang moeten wachten met zo’n internationaal registratiesysteem”, zegt Nicole Velthuis van de federatie. „Artsen en tandartsen zouden bij terugkeer naar Nederland moeten worden gescreend. Op die manier kun je voorkomen dat mensen als Van N. hier weer zomaar aan de slag kunnen.”
Ook Elisabeth Gaillard van de Franse regionale tuchtcommissie beaamt dat Van N. in principe gewoon weer opnieuw kan beginnen.
Het Franse collectief wil tot het uiterste gaan en stopt niet voordat het zeker weet dat de door Van N. veroorzaakte schade tot op de laatste cent door zijn verzekering wordt vergoed. Daarna gaat de strijd door. „Het kan niet zo zijn dat deze tandarts nog langer zijn vak uitoefent”, zegt Nicole Martin van het collectief. „Hij moet definitief uit het register worden geschrapt.” Want hij beweert dan wel niet meer te kunnen werken, zijn naam staat er nog in.”