Bij demonstraties, stakingen en wegblokkades zijn de afgelopen twee weken verspreid over het hele land in totaal zestien doden gevallen, waarvan vijf zondag in El Alto. De betogers protesteren tegen plannen van de regering om aardgas uit te voeren naar de Verenigde Staten en Mexico.

De ongeregeldheden van zondag braken uit toen soldaten probeerden enkele honderden deelnemers aan een protestmars te verspreiden. Een priester meldde dat in zijn parochie drie doden waren gevallen, een andere priester meldde twee doden in de zijne. Onder de doden van zaterdag was een 7-jarige jongen die door een verdwaalde kogel in het hoofd was geraakt.

Een regeringswoordvoerder zei dat de protesten tegen het aardgasproject gericht zijn op omverwerping van de regering van president Gonzalo Sanchez de Lozada. Protestleiders hebben herhaaldelijk opgeroepen tot het aftreden van de president, die in de Verenigde Staten is opgegroeid en voorstander is van een vrijemarktpolitiek. De critici laken ook de sociale misstanden in het verarmde land.

De regering schat de inkomsten van het project op ongeveer 1,5 miljard dollar per jaar, meer dan de totale exportinkomsten van 1,2 miljard dollar van het land vorig jaar. Vakbondsleiders en indianenleiders vinden dat het gas gebruikt moet worden door de Bolivianen zelf. Zij zijn er ook tegen gekant dat de regering het aardgas zou uitvoeren via een Chileense haven. Bolivia verloor in een oorlog in 1879 met Chili zijn enige toegang tot de oceaan.

De regering noemt de protesten onterecht en wijst erop dat de plannen nog niet rond zijn. Zij beschuldigt met name het parlementslid Evo Morales, leider van de Boliviaanse cocaboeren, van opruiing. De crisis heeft geleid tot een benzinetekort, waardoor het openbaar vervoer in het land praktisch geheel is stil komen te liggen. El Alto is een stad van ongeveer 750.000 inwoners, niet ver van de hoofdstad La Paz.

Doordat de demonstranten in El Alto en elders in het land wegen blokkeren zijn levensmiddelen in La Paz schaars of erg duur geworden.