Buitenland

Topdiplomaat Kerry voor eerste grote reis naar Europa

John Kerry maakt de komende tien dagen zijn eerste grote buitenlandse reis als minister van Buitenlandse Zaken van Amerika. Hij kiest voor een aftrap in maar liefst vijf Europese landen. Dat versterkt de gedachte dat de Verenigde Staten het continent nog niet helemaal zijn vergeten.

Floris Grijzenhout en Evert van Vlastuin

23 February 2013 13:20Gewijzigd op 15 November 2020 02:08
Kerry. Foto EPA
Kerry. Foto EPA

Barack Obama wilde vier jaar geleden de ”Pacific president” worden, en dat is hem gelukt. De Amerikaanse leider was mateloos populair in Europa, maar hij liet zijn gezicht er weinig zien.

Dat gold ook voor Hillary Clinton, zijn minister van Buiten­landse Zaken. Zij bracht veel meer tijd in Azië door dan haar voorgangers. Tegelijkertijd kwam zij juist minder in Europa (zie grafiek).

Kerry bezoekt het eerst de belangrijkste hoofdsteden van de Europese Unie: Londen, Berlijn, Parijs en Rome. Vervolgens gaat hij door naar Turkije en het Midden-Oosten.

Dat is niet iets om je over te verbazen, zegt dr. Daniel Hamilton, directeur van het centrum voor trans-Atlantische studies aan de John Hopkins University (JHU) in Washington. „Vroeger was Europa het probleem. Dat was de reden waarom Amerika zich altijd zo sterk op Europa richtte. Landen waren met elkaar in oorlog, en wij probeerden het doden te stoppen. Maar wees dankbaar dat dit allemaal over is. Europa heeft ons nu minder nodig.”

Nu liggen de problemen in Azië, meent Hamilton. „China en Japan ruziën om een paar eilanden en Noord-Korea is bezig een atoombom te ontwikkelen. Het zou gek zijn als Amerika daar geen energie in stak.”

Hamilton vindt het opvallend dat hij bij het aantreden van nieuwe ministers en presidenten in Washington vanuit Europa telkens dezelfde vraag krijgt: staat Europa wel of niet op de kaart bij de nieuwe leider? „Dat veronderstelt dat dit voor Amerika werkelijk een keus is. Maar zo ligt het niet. Amerika grenst aan Azië, en wij zullen daarom onze belangen daar verdedigen. Maar het grenst ook aan Europa. Die twee prioriteiten strijden niet met elkaar. Ze staan beide op de agenda. Zo doen Europeanen het trouwens zelf ook. Die hebben de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in relaties met bijvoorbeeld Brazilië.”

Elders

Volgens Hamilton doen Euro­peanen er goed aan bij de oplossing van wereldproblemen samen op te trekken met de Amerikanen. „Het is beslist niet zo dat wij elkaar na het einde van de Koude Oorlog niet meer nodig hebben. Toen ging het weliswaar om de verdediging van het Europese grondgebied. Maar het is in ons gezamenlijk belang om samen de problemen in Azië aan te pakken.”

Juist dit samen optrekken is het struikelblok, stelt Arend Jan Boekestijn, buitenlandcommentator bij Elsevier en historicus aan de Universiteit Utrecht. „Amerika is teleurgesteld in Europa. Het continent kan de eurocrisis niet oplossen en doet bovendien te weinig op het gebied van defensie. De Europese landen bezuinigen al jaren op het leger en leveren nauwelijks troepen voor militaire operaties. Dit zorgt ervoor dat de VS verder kijken dan naar Europa.”

Syrië is een prachtig voorbeeld van het verschil tussen Europa en Amerika. „De VS doen misschien weinig in Syrië, maar Europa doet er al helemaal niets”, aldus Boekestijn.

Hamilton stelt dat tijdens Kerry’s bezoeken aan Londen, Berlijn, Parijs, Rome en Ankara de grote wereldproblemen in ieder geval ter sprake komen. „Dan gaat het natuurlijk ook over zaken als Israël, het Midden-Oosten en Syrië.”

Jeugd

Het verbaast Hamilton niet dat Kerry zijn eerste grote reis begint in Europa. „Daar liggen zijn wortels. Hij is opgegroeid in Europa en spreekt ook diverse Europese talen. Zijn belangrijkste venster is daarom gericht op de trans-Atlantische partners.”

Bij Obama is dat heel anders, meent Hamilton. „Die bracht een deel van zijn jeugd door in de Pacific, in Indonesië. Zoiets kan soms tot andere interesses leiden. Intussen moeten we wel zeggen dat Obama beleidsmatig sterk Europees is.”

Ook Boekestijn denkt dat Kerry’s persoonlijkheid hem kan helpen in zijn werk als minister van Buitenlandse Zaken. In de VS zelf is hij enorm populair bij zowel Democraten als Republikeinen. „Hij staat boven de partijen. Met een dwarsliggend Congres kan dit een enorm voordeel zijn bij goedkeuring van beleid.”

Kerry’s gevorderde leeftijd (69) is volgens Boekestijn geen probleem. De minister is volgens hem topfit en bovendien een „gezondheidsmaniak.”

Los van de reis van Kerry is er de komende tijd sowieso genoeg nieuws over Amerika en Europa te verwachten. Er wordt intensief onderhandeld over een vrijhandelsakkoord. Hamil­ton: „In de marge speelt dat wel een rol tijdens de reis van Kerry. Maar de leiding over de onderhandelingen ligt bij onze handelsvertegenwoordiger. Dit grote akkoord moet eigenlijk over anderhalf jaar klaar zijn. Het mag geen nieuwe Doha­ronde worden (die begon eind 2001 en is nog niet afgelopen, red.). Obama wil dit akkoord voor de presidentsverkiezingen van 2016 door het Congres loodsen. Dat vraagt dus ook doorlopend aandacht.”

Boekestijn is positief over de mogelijke komst van een vrijhandelszone. „Na pogingen van Eurocommissaris Leon Brittan in de jaren 90, en later de Duitse bondskanselier Angela Merkel, laten nu ook de Verenigde Staten blijken hier veel belang aan te hechten. Het feit dat Obama dit in zijn State of the Union heeft genoemd, geeft aan dat hij zo’n verdrag belangrijk vindt. Hij en Kerry zullen dit zo snel mogelijk willen doorzetten, waardoor de economische banden tussen de twee continenten zich zullen uitbreiden.”

Investeringen

Het nieuwe akkoord moet leiden tot een bijna geïntegreerde economie van Amerika en Europa. Hamilton: „Het betreft niet alleen handel. Dat zou nog redelijk eenvoudig zijn. Maar het gaat vooral om investeringen. Vergeet niet dat de wederzijdse investeringen van Amerika en Nederland alleen al veertien keer zo groot zijn als die van Amerika en China. De afgelopen tien jaar zijn de Amerikaanse investeringen in China zelfs afgenomen. Het belang van onze economische relatie met Nederland en de rest van Europa blijft daarom groot.”

Historicus Boekestijn waarschuwt voor al te groot optimisme over de Europese aspiraties van de VS en Kerry. „Het is logisch om te hopen op Kerry’s interesse in Europa. Toch moet dit niet uitmonden in passiviteit. Europa zal zelf stappen moeten zetten en de relatie met Amerika niet moeten verwaarlozen. Een verhoging van de defensie-uitgaven zou daarvoor een goed begin zijn.”


Europa en de VS met elkaar verknoopt

De Verenigde Staten en Europa zijn zo met elkaar verknoopt dat het moeilijk zou zijn deze banden te ontrafelen.

Marshallplan: na de Tweede Wereldoorlog gaven de Amerikanen miljarden dollars voor de wederopbouw van Europa. Voorwaarde was dat de Europeanen meer met elkaar zouden gaan samenwerken, wat mede heeft geleid tot de Europese Unie.

NAVO: de Noord-Atlantische Verdrags­organisatie verbindt 28 lidstaten in Europa en Noord-Amerika met elkaar op het gebied van defensie. In het Verdrag van Washington beloven de landen elkaar te verdedigen. Kort gezegd komt het erop neer dat een aanval op één lidstaat wordt gezien als een aanval op alle lidstaten.

Dit was de manier waarop de Europeanen zich tijdens de Koude Oorlog verweerden tegen het communisme van het Oostblok. Vanuit dezelfde gedachte traden de Europeanen in 2001 samen met de Amerikanen ten strijde in Afghanistan. Ook Nederland beschouwt de NAVO als de „hoeksteen van het veiligheidsbeleid.”

OVSE: de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa ontstond in 1975 als een manier om Oost-Europa open te breken. Inmiddels helpt de organisatie voor­malige communistische landen bij de opbouw van de rechtsstaat, zoals een effectieve politie en een onafhankelijk rechtssysteem. Daarnaast is de OVSE actief in het monitoren van verkiezingen.

Handel: op het gebied van de handel is de uitwisseling tussen Europa en Amerika bijzonder groot. Schattingen zeggen dat precies een derde (33 procent) van alle handel in goederen tussen deze twee gebieden plaatsvindt, en voor de diensten is dat zelfs 42 procent. Jaarlijks gaat er voor een kleine 1000 miljard euro (500 miljard in beide richtingen) aan goederen, diensten en investeringen over de Atlantische Oceaan.

Momenteel onderhandelen de VS en Euro­pa over een enorm groot handelsakkoord, wat moet leiden tot de zogeheten Trans­atlantic Free Trade Area (Tafta). De ambitie is ook nog eens om heel snel tot een akkoord te komen, en niet jarenlang te praten. Dit vereist echter dat regeringen aan beide kanten de bescherming van hun nationale markten laten varen. Dat is erg ambitieus, want zelfs binnen de Europese Unie hebben lidstaten daar vaak moeite mee.


Kerry, een geboren diplomaat

De nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry (1943), is een echte wereldburger. Door zijn jeugd en latere loopbaan lijkt hij in de wieg gelegd voor het diplomatieke vak.

Kerry’s vader werkte al bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hierdoor woonde het gezin wisselend in diverse Europese landen, zoals Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Nadat zijn vader ambassadeur in Noorwegen werd, ging Kerry naar een internaat in Massachusetts, VS.

Kerry koos voor een studie politicologie in Yale. Tijdens zijn schoolperiode en studietijd leerde hij meerdere Europese talen. Zo staat hij bekend om zijn vloeiende Frans. Op de universiteit richtte de huidige minister een debatclub op en bekwaamde hij zich in de retorica.

Na zijn studie diende hij vier jaar als marinier in Vietnam. Dit leverde hem later de sympathie op van enkele Republikeinse senatoren en andere oorlogsveteranen. Recent leidde dat nog tot steun voor zijn ministerschap van de Republikein John McCain.

Na zijn verkiezing tot senator van Massachusetts in 1985 trad Kerry toe tot de commissie buitenlandse zaken. Daar is hij tot zijn benoeming als minister lid van gebleven.

Kerry maakte zich als senator hard voor kwesties als vrij­handel, Amerikaanse interventies in Kosovo en Bosnië en een wet om aids te bestrijden. Ook schuwde de senator niet om op persoonlijke titel te onderhandelen. Door zelf naar Afghanistan en Pakistan te reizen, bouwde hij een groot netwerk op, dat hem goed van pas kan komen in zijn nieuwe functie. In 2004 voerde hij als presidentskandidaat voor de Democraten campagne tegen George W. Bush.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer