Italiaan heeft de keus bij verkiezingen van zondag en maandag
ROME – De economische crisis, en hoe die op te lossen, is het hoofdthema van de Italiaanse verkiezingen, zondag en maandag. Er zijn nogal wat recepten.
Zelden hebben de Italianen zo veel keus gehad als bij de landelijke verkiezingen dit jaar. De keus gaat zondag en maandag niet alleen tussen links en rechts, maar ook tussen liberaal en populistisch. Of zoals het Duitse blad Der Spiegel eerder deze week schreef: de keus gaat tussen een miljardair, een apparatsjik, een clown en een hoogleraar.
De gedoodverfde winnaar van de verkiezingen is Pier Luigi Bersani, de secretaris van de Democratische Partij, de zusterpartij van de PvdA. Bij de laatste verkiezingspeiling van twee weken geleden behaalde Bersani, die een lijstverbinding is aangegaan met een partij die vergelijkbaar is met GroenLinks, 35,5 procent. Maar de aanhang brokkelde langzaam maar zeker af.
Door de implosie van centrumrechts (Berlusconi, die in 2011 het premierschap moest opgeven, diens processen, een schandaal dat coalitiepartij Lega Nord trof) zou Bersani het makkelijk moeten hebben. Tegen Bersani spreekt echter dat hij een beroepspoliticus is (Der Spiegel: ”de apparatsjik”), en dat vak is bij kiezers niet erg populair. Hij is ook weinig charismatisch. Bersani’s partij is gematigd, en heeft het afgelopen jaar premier Monti in grote lijnen gesteund.
Als de Democratische Partij als eerste uit de bus komt, zal de partij het Huis van Afgevaardigden domineren, ook al omdat de regel geldt dat de verkiezingswinnaar een bonus aan extra zetels krijgt. Maar daarmee is de meerderheid in de Senaat niet zeker. In de Senaat wordt de zetelverdeling regionaal bepaald. De uitkomst in Lombardije, Italiës meest bevolkingsrijke regio, die traditioneel op de hand is van Berlusconi, is daarbij cruciaal.
De grote verrassing is de terugkeer van Silvio Berlusconi (Der Spiegel: ”de miljardair”), die ondanks alles erin is geslaagd om in twee maanden tijd een schier onmogelijk achterstand om te buigen. Twee weken geleden nam Berlusconi met 23 procent alweer de tweede plaats in. Door een lijstverbinding met de separatistische Lega Nord en een extreem rechtse partij is Berlusconi ten minste goed voor 30 procent. Berlusconi’s laatste campagne om de onroerendgoedbelasting, die premier Monti vorig jaar had (her)ingevoerd, aan huiseigenaren terug te geven, is vermoedelijk goed voor wat punten extra. Zou Berlusconi de winnaar worden, dan wordt de economisch stabiele politiek van Monti ongetwijfeld losgelaten.
Nieuwkomer in de politieke arena is Mario Monti zelf (”de hoogleraar” naar Der Spiegel). De huidige premier loste eind 2011 Berlusconi af als minister-president om een zakenkabinet te leiden. Monti, die in het buitenland op handen wordt gedragen, wil maar niet populair worden in Italië. Dat is te danken aan zijn strenge economisch liberale politiek, die in eerste instantie vooral de consumptie heeft aangetast, en ook wel aan zijn professorale opstelling. Hij komt niet goed over in de media.
Twee weken geleden stond Monti’s partij plus drie gelijkgestemde partijtjes in de peiling op 15 procent. Maar Monti’s aanhang is de laatste maanden geërodeerd. Toch is het bemoedigend dat een strenge en niet aansprekende man een op de zeven Italianen kan bekoren.
De vierde partij die dubbele cijfers zal scoren is de Vijf Sterren Beweging van Beppe Grillo (”de clown”). Als voormalige komiek, bekend van de nationale tv, startte hij zo’n acht jaar geleden een beweging die schandalen aan de kaak stelde. Via allerlei vormen van moderne onlinecommunicatie heeft hij een sterke basis gevormd. Zijn ideeën zijn soms links, en vaker rechts. Zijn optreden is zeer populistisch. Zijn partij was twee weken geleden goed voor 14 procent.
Als maandag alle stofwolken zijn opgestegen, is het te hopen dat de uitslag snel bekend wordt. In 2006 eindigden de verkiezingen in een puinhoop en werd de officiële uitslag pas een dag later bekend.