Oncologisch chirurg E. Rutgers van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) noemde het onderzoek vrijdag vanaf een congres in Boston „een stapje vooruit”.

Het onderzoek werd gehouden onder ruim 5200 vrouwen die de overgang al achter de rug hadden, waren behandeld voor borstkanker en daarna al vijf jaar een hormonale therapie met tamoxifen hebben gekregen om de ontwikkeling van tumoren tegen te gaan.

Volgens Rutgers is dat op dit moment de standaardbehandeling. Maar na die vijf jaar doorgaan met tamoxifen is niet nuttig, vertelt Rutgers. In het onderzoek is gekeken of het voor deze vrouwen zin heeft om op dat moment over te stappen op letrozol (merknaam Femara, van Novartis Pharma). Dit gebeurde bij ruim 2500 vrouwen uit de onderzoeksgroep, de rest (de controlegroep) kreeg een zogeheten placebo, een nepmedicijn.

De resultaten van het onderzoek zijn veel belovend. Na 2,4 jaar kwam de kanker terug bij 75 vrouwen die letrozol kregen, terwijl 132 vrouwen in de placegroep weer kanker kregen. Maar Rutgers plaatst wel kanttekeningen. Letrozol heeft relatief veel bijwerkingen zoals gewrichtspijnen, artritis en opvliegers.

Het is volgens Rutgers ook nog niet bekend of het middel uiteindelijk ook leidt tot minder sterfte. Een deel van de vrouwen die weer kanker kregen had geenlevensbedreigende vorm van kanker. Uit het onderzoek bleek dat 47 van de 2575 vrouwen die letrozol kreeg een levensbedreigende uitzaaiïngen had, tegen 76 vrouwen die het placebo gebruikten.

„Het is de vraag of je in de praktijk ook 2575 vrouwen dit medicijn moet geven en moet opschepen met al die bijwerkingen om er 47 te redden.” Rutgers zou zijn patiëntes in de spreekkamer zelf voor de keuze stellen en ze wijzen op de bijwerkingen. Bovendien wijst hij er op dat er nog twee grote onderzoeken naar vergelijkbare middelen van concurrenten Pfizer en Astra Zenica lopen.

Op dit moment krijgen 10.000 vrouwen in Nederland borstkanker, ongeveer 3500 tot 4000 van hen zou na vijf jaar na hun operatie eventueel voor deze therapie in aanmerking komen.