Euthanasie in Frankrijk: tussen criminaliteit en compassie
De dood van de 22-jarige brandweerman Vincent Humbert eind september leidde in Frankrijk tot een nationaal debat over euthanasie. In Frankrijk is euthanasie bij wet verboden. Maar er gaan steeds meer stemmen op om euthanasie te legaliseren.
Vincent Humbert raakte bij een auto-ongeluk verlamd. Hij kon alleen zijn duim nog bewegen. Zijn moeder Marie diende hem op 24 september een extra dosis slaapmiddel via het infuus toe. De artsen ontdekten dat bijtijds. Ze reanimeerden Humbert maar staakten de kunstmatige beademing.
Intussen raakten de gemoederen in Frankrijk danig verhit. Zeker toen Frédéric Chaussoy, de behandelend arts van Vincent Humbert, verklaarde dat hij verantwoordelijk is voor de dood van de 22-jarige Vincent, en niet diens moeder Marie. Uiteindelijk heeft hij met zijn medisch team de beslissing genomen „de stekker eruit te trekken.”
De dood van Vincent is een gemediatiseerde moord geworden, aldus het magazine l’Express deze week in het speciale dossier ”Euthanasie, tussen criminaliteit en compassie”. Daags na de dood van Vincent verscheen zijn boek. Het is door hem geschreven in samenwerking met de journalist Frédéric Veille, die via honderden drukjes van Vincents duim telkens de letters van het alfabet noteerde en zodoende hele zinnen formuleerde. Een huzarenstukje onder de titel ”Het recht om te sterven”, dat nu als warme broodjes over de toonbank vliegt.
Daarin doet Humbert op indringende wijze verslag van zijn lijden en verlangen naar de dood. Hij schreef in 2002 een brief aan president Chirac met het verzoek te mogen sterven. Chirac weigerde maar stuurde wel zijn vrouw Bernadette op bezoek.
Frankrijk moet „open en zonder retoriek” over euthanasie discussiëren en kan daarbij de Nederlandse legalisering van euthanasie als voorbeeld nemen, bepleitte twee jaar geleden de toenmalige Franse minister van Volksgezondheid, Bernard Kouchner, in een interview met de Franse krant Le Monde.
Zelden veroorzaakte een geval van euthanasie zoveel emotie als nu. Frankrijk vraagt zich af of het legitiem is om onder zekere voorwaarden euthanasie toe te staan. Ook al omdat iedereen weet dat het in de praktijk al vaak gebeurt. De meningen zijn verdeeld. Enkele zowel linkse als rechtse afgevaardigden bepleiten een hervorming van de huidige wet, die euthanasie verbiedt. Premier Jean-Pierre Raffarin wil wel een debat, maar is behoedzaam. „Men kan geen regels opstellen voor enkele uitzonderlijke gevallen”, vindt hij.
Euthanasie geldt momenteel als moord in Frankrijk. De wet maakt wel een onderscheid tussen actieve euthanasie en passieve euthanasie. Met dat laatste wordt het staken van de behandeling bedoeld bij een patiënt in de stervensfase. De actieve euthanasie onder strenge voorwaarden, waartoe Nederland politiek heeft besloten, is nergens anders ter wereld per wet geregeld. Verscheidene landen kennen wel regelingen, soms op basis van jurisprudentie, die veelal voorzien in hulp bij zelfdoding.
Het weekblad l’Express merkt op dat de mensen in een tijd van individualisme en secularisatie zich niet meer overgeven aan God. Ze willen liever het recht hebben om te kiezen voor de dood. De discussie in Frankrijk is niet nieuw. In 1962 publiceerden Igor Barrère en Etienne Lalou een vertrouwelijk dossier waarin medici bekenden dat ze mensen met euthanasie hadden geholpen. In 1974 diende de senator Henri Cavaillet een voorstel in om de bestaande wet te veranderen. Drie jaar later schreef de oncoloog Leon Schwartzenberg dat euthanasie dan wel onbeschaafd was, maar dat het in leven houden van een stervende die leed zonder enige hoop, weerzinwekkend was.
In de jaren tachtig verschenen er weer nieuwe publicaties rond het onderwerp. De schrijver Michel Lee Landa richtte de ADMD op - de vereniging voor het recht op een waardige dood, die nu 32.000 leden telt. In de jaren negentig gaven enkele medici toe dat ze ongeneeslijk zieken hadden geëuthanaseerd. In 1999 ondertekenden 132 intellectuelen een manifest waarin werd opgeroepen euthanasie te legaliseren. Velen herinneren zich ook nog de zaak van de Franse verpleegkundige Christine Malèvre, die in 1997 en 1998 terminale patiënten in een longziekenhuis hielp bij het sterven. Malèvre gaf toe dat ze zeker zeven mensen had geholpen bij levensbeëindiging. De vrouw werd overigens beschuldigd van elfmaal doodslag.
In 2001 verschijnt het boek van François Closets, ”De laatste vrijheid”, een pleidooi voor het recht om met behulp van iemand te sterven.
Er is in Frankrijk een ethische commissie (Comité Consultatif National d’Ethique, CCNE) die optreedt als een waakhond. Dit comité adviseert om medici in nauwkeurig omschreven omstandigheden de vrijheid te geven in te grijpen. Dat advies van het comité heet ”exception d’euthanasie”. In de ogen van de CCNE is onthouding van behandeling niet per definitie te kwalificeren als euthanasie.
Ook de Rooms-Katholieke Kerk, vanouds dé kerk in Frankrijk, heeft een stem in het kapittel. Men moet mensen op een humane wijze verzorgen en stoppen met de strijd als die onverstandig wordt, luidt het adagium.
Olivier de Dinechin is lid van die commissie en toonde zich deze week in een Nederlands tv-programma uiterst voorzichtig over euthanasie. Hij juicht een debat toe, maar louter voorstanders moeten het debat niet gaan domineren, vindt hij. En zo lijkt het euthanasiedebat in Frankrijk zich weer te bewegen tussen de uitersten. Enerzijds zijn er de voorstanders van het absolute respect voor het leven. Anderzijds zijn er degenen die het recht op een waardig sterven bepleiten. Het CCNE probeert een alternatieve weg te gaan, maar het is de vraag of die haalbaar is.