Zoen op mond patiënt? Boeten!
APELDOORN – Het ministerie van VWS maakt serieus werk van het openbaar maken van de namen van artsen die tijdens hun werk een misser begingen. „Dit is nog maar het begin.”
Diep, heel diep moet fysiotherapeut H. M. uit Berkel en Rodenrijs door het stof. Het is 16 oktober 2012 en M. staat terecht voor het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag. Aanleiding is een pijnlijk voorval in zijn praktijk op een maandagochtend in augustus 2011. In zijn agenda heeft de fysiotherapeut een afspraak staan met een 50-jarige cliënte. Hij heeft haar diverse keren behandeld en kent haar al zes jaar vanuit zijn praktijk.
Kort voordat hij de vrouw binnenroept, valt zijn oog, terwijl hij in haar dossier bladert, op haar geboortedatum. Kortgeleden is de vrouw jarig geweest. Spontaan besluit de therapeut zijn begroeting op dit heuglijke feit af te stemmen. Voordat de vrouw in de gaten heeft wat er gebeurt, kust hij haar vol op de mond. „Gefeliciteerd!”
De felicitatie pakt totaal verkeerd uit. De vrouw, emotioneel kwetsbaar door gebeurtenissen uit het verleden, waar de fysiotherapeut overigens geen rol in speelt, verlaat de praktijk en maakt een tuchtklacht aanhangig. Zo belandt M. in de beklaagdenbank.
Voor de tuchtraad geeft de therapeut openheid van zaken. Hij beaamt het volmondig: wat hij deed, was zwaar onprofessioneel. Hij voegt eraan toe dat hij de kwestie heeft opgebiecht aan de andere collega’s in de praktijk en met hen afspraken heeft gemaakt en maatregelen heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Daarom heeft hij ook een behandeltraject doorlopen bij een psycholoog.
De tuchtraad zinspeelt op een schorsing, maar raakt van het schuldbesef van de therapeut bepaald onder de indruk. Om die reden matigt hij de straf en legt de man een berisping op. De uitspraak wordt gedaan in december en wordt eind januari, na het verstrijken van de beroepstermijn, definitief.
Einde verhaal? Nee, zo merkt de therapeut als hij nog dezelfde maand een brief ontvangt van het CIBG; een uitvoeringsorganisatie van de overheid die voor het ministerie van VWS onder meer de namen van zorgverleners registreert in het artsenregister. Als gevolg van een recente wetswijziging zullen én zijn naam én zijn berisping openbaar worden gemaakt in het Algemeen Dagblad, aldus de brief. Zo gebeurt het ook. De uitspraak, waarbij zijn volledige naam wordt genoemd, staat op 4 februari in de vorm van een advertentie in de Rotterdamse editie (bereik: 370.000 lezers) van het AD. Aard vergrijp: grensoverschrijdend gedrag, aldus de tekst.
Zinvol, zo’n maatregel, nadat de therapeut al flink door het stof is gegaan? „Ja hoor”, zegt PvdA-Kamerlid Bouwmeester, „informatie geven over een aangelegenheid als deze is een patiëntenrecht.” Nog stelliger is VVD-woordvoerder Van Veen: „Dit is een goed begin. Meneer heeft zijn recht kunnen halen bij de tuchtraad, heeft verloren en zo hebben we het nu eenmaal afgesproken. Dit is zeker niet disproportioneel.” Protest vanuit de KNGF, de brancheorganisatie voor fysiotherapeuten, tegen de advertentie ligt zeker niet in de rede, stelt een woordvoerster. „Dit is wettelijk bepaald. Het is zoals het is.”
Zodoende is maar één conclusie mogelijk: over het openbaar maken van namen van artsen die een misser begingen, is jaren gepraat. Nu is het menens.