De Militaire Willems-Orde is de hoogste en oudste onderscheiding van Nederland. Het ereteken is in 1815 in het leven geroepen door koning Willem I. De orde bestaat uit vier graden: ridder grootkruis, commandeur, officier en ridder. Dragers krijgen het zogeheten ordekruis aan een oranje lint met twee blauwe strepen.

Marco Kroon is de jongste levende persoon met deze onderscheiding. Koningin Beatrix gaf de toenmalige kapitein der infanterie op 29 mei 2009 de ridderslag. Kroon kreeg de onderscheiding wegens zijn moedige optreden als pelotonscommandant in Afghanistan in 2006.

De koningin reikte op woensdag 31 mei 2006 op het Binnenhof in Den Haag de Militaire Willems-Orde uit aan de 1e Zelfstandige Poolse Parachutistenbrigade, als beloning voor de inzet van deze eenheid in 1944 op Nederlandse bodem. Dat was toen al een sensatie van de bovenste plank; ruim 50 jaar lang was de Willemsorde immers niet uitgereikt.

Ook de Prinses Irene Brigade bijvoorbeeld werd in 1945 in haar geheel drager van de Willemsorde. Nog een handvol andere militaire eenheden mocht de versierselen aan het vaandel bevestigen.

De Militaire Willems-Orde is voor mensen die zich ‘in de strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw, hebben onderscheiden’, zo staat er in de wet. Dat hoeft niet speciaal in echte oorlogsomstandigheden te zijn geweest.

Alleen moed, beleid en trouw doen ertoe voor de Willemsorde. Militair of burger, matroos of generaal, van boerenafkomst of van adel, Nederlander of buitenlander, dat maakt niet uit, iedereen kan ervoor in aanmerking komen. Sinds de instelling in 1815 is de onderscheiding ruim 6000 keer uitgereikt.