Elke minuut een dode door internationale wapenhandel
Het is voor dictators, rebellen en criminelen te gemakkelijk om op de wereldmarkt aan wapens te komen. Die vrije beschikbaarheid wakkert gewapende conflicten aan en ondermijnt de ontwikkeling van arme landen. Per dag sterven 1300 mensen door geweld met vuurwapens, dat is elke minuut één dode.
Daarom strijden meer dan 500 internationale organisaties, waaronder de Nederlandse organisaties Amnesty International, Novib en Pax Christi, tegen de internationale wapenhandel. Zij pleiten voor een Wapenhandelsverdrag dat de wapenhandel reguleert en illegale handel onmogelijk maakt. Ze beginnen donderdag in verscheidene landen hun campagne; in Den Haag wordt een rapport overhandigd aan minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking.
In de gehele wereld zijn naar schatting een half miljard kleine wapens als pistolen, automatische geweren en mitrailleurs in omloop. Elke minuut worden er vijftien nieuwe vuurwapens en 30.000 nieuwe kogels geproduceerd. Wapenbezit wordt steeds normaler. In Irak zijn meer wapens dan mensen, in Somalië noemen ouders hun baby steeds vaker ’Uzi’ of ’AK’, naar de Kalasjnikov.
Volgens Amnesty, Novib en Pax Christi hebben de aanslagen van 11 september en de strijd tegen het terrorisme de verspreiding van wapens gestimuleerd. Zo schonken de Verenigde Staten eind 2001 voor 100 miljoen dollar aan militair materieel aan de Filipijnse regering voor de strijd tegen extremistische moslimgroeperingen.
De mensenrechten– en ontwikkelingsorganisaties vrezen dat de 30.000 geweren die de Filipijnse regering van de Amerikanen kreeg voor een deel op de zwarte markt terecht zijn gekomen. Op het zuidelijke eiland Mindanao heeft 70 procent van de bevolking een vuurwapen. Een machinegeweer kost er 375 dollar, een revolver slechts 15. Bij de strijd tussen moslimrebellen en het Filipijnse leger op Mindanao zijn in 31 jaar tijd 120.000 mensen, meest burgers, gedood.
Volgens de organisaties zijn de machtigste landen de grootste wapenverkopers. De vijf permanente leden van de VN–Veiligheidsraad (VS, Groot–Brittannië, Frankrijk, China en Rusland) zijn samen verantwoordelijk voor 88 procent van de totale export van conventionele wapens.
Toenmalig minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken hield in 2001 tijdens een VN–conferentie over kleine wapens een pleidooi voor strengere regels binnen de wapenhandel. Van Aartsen pleitte voor strengere exportregels, meer registratie van wapens en een gebod om alleen nog te leveren aan officiele regeringen en niet aan rebellen of separatisten.
LET OP E M B A R G O