NPV blij met serieuze aanpak basispakket door minister
VEENENDAAL – De NPV is blij met de uitdaging van minister Schippers aan artsen, zorgverzekeraars en patiënten om mee te denken over het basispakket. „De minister neemt het werkveld serieus”, reageert NPV-directeur R. Seldenrijk.
Minister Schippers (Volksgezondheid) nodigt artsen, zorgverzekeraars en patiënten uit om aan te geven welke behandelingen en medicijnen in de zorg kunnen verdwijnen, of juist moeten blijven.
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert over aanpassingen in het basispakket. Het CVZ kreeg altijd achteraf veel kritiek op zijn voorstellen, aldus Schippers’ woordvoerder Roelof Janssens. „De minister nodigt nu voor het eerst het héle werkveld uit.”
Seldenrijk reageert verheugd op deze aanpak. „Waarom zou je het werkveld er niet vooraf bij betrekken?” De NPV-directeur wil de uitdaging van Schippers niet een zoethoudertje noemen. „Politiek is het niet onverstandig, professioneel is het juist. Het basispakket is een zeer wezenlijk onderdeel in de zorg.”
De NPV ziet de werkwijze van Schippers ook niet als een handige politieke zet. „Het is winst dat de minister het werkveld er vroeg bij betrekt. De gezondheidszorg bestaat immers bij de gratie van de patiënt.”
De Nederlandse patiënten- en consumentenorganisatie NPCF heeft pakweg anderhalf jaar geleden een werkgroep in het leven geroepen om zich te buigen over het basispakket. „De discussie moet nu ook gaan over bijvoorbeeld zinloze operaties die niets bijdragen aan de zorg”, aldus NPCF-voorlichter N. Velthuis.
Elk jaar vindt er een discussie plaats over de samenstelling van het basispakket. Het ene kabinet hecht bijvoorbeeld aan een stoppen-met-rokencursus of de anticonceptiepil, een volgend kabinet niet.
De vraagstukken zijn heel basaal, maar vaak ook heel moeilijk, verklaart NPV-beleidsmedewerker Elise van Hoek, die namens de NPV deelneemt aan de NPCF-werkgroep. Ze onderscheidt aandoeningen met een zogenaamde lageziektelast en die met een hogezieketelast.
„De vraag bij een lage ziektelast is bijvoorbeeld of een bepaalde maagzuurremmer nog moet worden vergoed. De ene patiënt heeft het medicijn korte tijd nodig en kan het daarom best zelf betalen. Een andere categorie patiënten heeft dit echter langdurig nodig.”
Een discussie over hoge ziektelast is bijvoorbeeld de vraag of een kostbare chemokuur nog moet worden vergoed voor een patiënt die daarmee nog drie maanden in leven kan blijven.
De inzet van de NPV is bijvoorbeeld eenzelfde vergoeding van palliatieve en terminale zorg in de thuissituatie als in het ziekenhuis. Over het al dan niet vergoeden van fysiotherapie heeft de NPV weer geen uitgesproken mening.
Van Hoek realiseert zich dat bezuinigingen in de gezondheidszorg nodig zijn. Ze vraagt zich wel af of het basispakket daarvoor de enige mogelijkheid is. „Er zijn betere methoden.”