De bezwaren leken ingegeven door een „onnauwkeurige lezing en een slecht begrip van mijn werk.” Dat stelde Van Rossum woensdag in een open brief op de website van de Vrije Universiteit.

Volgens de evolutiebiologen Gerdien de Jong (Universiteit Utrecht), Duur Aanen, Rolf Hoekstra en Arjan de Visser (Wageningen Universiteit) zou Van Rossum verouderde gegevens hebben gebruikt voor zijn proefschrift. Volgens de promovendus is dit pertinent onjuist. „Het bestrijkt literatuur van Darwins tijd tot aan 2012.” Daaronder bevinden zich zelfs artikelen van zijn opponenten.

De evolutiebiologen stellen verder dat Van Rossums opvatting niet zou stroken met hetgeen in de wereld van de evolutie­biologen algemeen voor vaststaand wordt aangenomen. De promovendus verbaast zich daar over. „Het gaat er juist om dat ik die vaststaande opvattingen ter discussie stel.”

Verder legt Van Rossum er de vinger bij dat de evolutie­biologen over zaken heen gelezen hebben en met incorrecte en insinuerende beweringen op de proppen komen.

Concluderend stelt de wetenschapsfilosoof: „Al met al lijkt de fundamentele kritiek op mijn werk ingegeven door een onnauwkeurige lezing en een slecht begrip van mijn werk. De felheid en de grote stelligheid van de kritiek zijn derhalve aller­minst gerechtvaardigd.”

Klik hier voor de open brief van Van Rossum.

Klik hier voor een interview met bioloog Joris van Rossum.