Crisis Mali toont verdeeldheid islamitische wereld
CAÏRO (AP) — De islamitische wereld is ernstig verdeeld. Dat werd woensdag duidelijk op een top over de crisis in Mali en Syrië in de Egyptische hoofdstad Caïro. Aan de twee dagen durende top van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking namen 25 premiers en presidenten deel.
In zijn openingstoespraak prees de Senegalese president Macky Sall de Franse interventie in Mali. Hij zei dat de islamitische wereld niet kan toestaan dat een „kleine terroristische minderheid misdaden pleegt, ons geloof verdraait en de haat jegens de islam verdiept.” Hij verwees naar islamitische opstandelingen die het noorden van Mali innamen, voordat ze werden teruggedrongen door een interventiemacht onder leiding van Frankrijk.
De Franse operatie kreeg veel bijval, waaronder van de Malinese regering, maar de Egyptische president Mohammed Morsi heeft de interventie herhaaldelijk afgekeurd. Volgens hem zorgt dit er alleen maar voor dat de instabiliteit in de regio voortduurt. Morsi ging niet zover dat hij de actie van Frankrijk veroordeelde, maar hij zei wel dat Caïro de missie absoluut niet steunt. „We hebben opgeroepen tot een alomvattende benadering om de situatie daar en vergelijkbare kwesties elders aan te pakken”, aldus Morsi. „Een benadering die rekening houdt met alle verschillende aspecten van de crisis en haar politieke en intellectuele wortels en ontwikkeling, terwijl de mensenrechten worden beschermd.”
Morsi sprak ook over Syrië en haalde fel uit naar het regime van president Bashar Assad. Hij zei dat het regime „de geschiedenisboeken erbij moet pakken en de onsterfelijke boodschap ervan tot zich moet laten doordringen: het is het volk dat blijft en diegene die zijn persoonlijke belangen boven die van het volk laat gaan moet onvermijdelijk vertrekken.”
Het conflict in Syrië is een enorme splijtzwam in het Midden-Oosten gebleken. Soennitische landen als Egypte, Saudi-Arabië en Turkije hebben zich achter de rebellen in Syrië geschaard, terwijl het sjiitische zwaargewicht Iran zich een bondgenoot van Assad heeft betoond.
De Iraakse premier Nouri al-Maliki, die een overwegend sjiitische regering leidt, staat ambivalent tegenover de crisis in Syrië en koos voor een omzichtige benadering van de kwestie. Hij maakt zich naar verluidt zorgen dat zijn greep op de macht zal verzwakken als een soennitische meerderheid erin slaagt om Assad uit het zadel te wippen en zelf de scepter gaat zwaaien. „Syrië lijdt onder het geweld, de moorden en sabotage”, zei Al-Maliki. Hij riep de deelnemers aan de top op „een uitgang te vinden en een vreedzame oplossing voor het conflict.”
De sjiitisch-soennitische breuklijn kwam het sterkst naar voren aan de vooravond van de top, toen de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad in overleg ging met de hoogste Egyptische geestelijke Sheik Ahmed el-Tayeb. El-Tayeb verweet Ahmadinejad een hele reeks kwesties en waarschuwde Iran zich niet te bemoeien met andere Golfstaten, in het bijzonder Bahrein, waar de sjiitsche meerderheid fel protesteert tegen de soennitische leiders van het land. El-Tayeb zei dat pogingen het sjiisme te verspreiden in overwegend soennitische landen onacceptabel zijn.