Onderwijs & opvoeding

Essenzo: Eigenzinnige school voor slimme doeners

Het ging hem als economiedocent aan het hart dat studenten afhaakten omdat ze de praktijk misten. Daarom begon Teus de Jong bijna vijf jaar geleden zijn eigen mbo-school: Essenzo. „Slimme doeners, daar richten we ons op.”

Evert van Dijkhuizen
6 February 2013 08:31Gewijzigd op 15 November 2020 01:47Leestijd 6 minuten
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

Het pand aan de Goudse Kattensingel herbergt een hal met tafelvoetbalspel, een kantoorruimte en twee lokalen met dartbord. Geen standaardschoolomgeving. Toch is dit het domein van Essenzo, de particuliere school van ex-ondernemer Teus de Jong uit Berkenwoude.

Acht studentes krijgen deze ochtend les in managementondersteuning. Op het programma staat het maken van een mindmap: de meiden moeten van zichzelf aangeven waar ze sterk of zwak in zijn: presenteren, plannen, communiceren, notuleren. Een zak drop gaat rond. „Mag de deur open? Het is warm hier.”

Henrike Verdoes (19) uit Moerkapelle volgde de opleiding voor onderwijsassistente op het Hoornbeeck College in Rotterdam. Toen ze haar diploma had, twijfelde ze: door naar de pabo of „iets heel anders.” Ze koos voor het laatste. „Ik vond vier jaar pabo te lang, en werken, een salaris, leek me aantrekkelijk.”

Henrike ging aan de slag als secretaresse bij Stabiplan in Bodegraven, dat tekensoftware ontwikkelt voor installatiebedrijven. Ze werkt vier dagen per week en gaat op donderdag naar Essenzo. De combinatie bevalt haar prima. „Elke lesdag beginnen we met het bespreken van de ervaringen op m’n werk. Andersom koppel ik wat ik op school leer, terug in de praktijk. Zo’n break in de week op donderdag is heerlijk.”

Haar klasgenote Judith Hoogendoorn (20) uit Waddinxveen begon aan de opleiding maatschappelijke zorg en pedagogisch werk op het Rotterdamse Albeda Collega. Na een halfjaar haakte ze af, werkte een poosje in een kwekerij en startte toen bij Essenzo. Wat haar aanspreekt in de particuliere school? „Kleine groepen, veel persoonlijke aandacht, leuke sfeer. Je bent hier geen nummer, zoals op een grote mbo-school.” Judith werkt vier dagen per week als secretaresse bij het ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag.

Na bijna vijf jaar Essenzo maakt initiatiefnemer Teus de Jong de balans op. „Ik ben zeer eigenzinnig”, concludeert hij meerdere keren in het gesprek. „Een idealist. Ik zoek altijd naar mogelijkheden om iets beter te doen. Nadat ik mijn bedrijf had verkocht, begon ik als economiedocent op het Hoornbeeck College. Daar zag ik jongens afhaken omdat ze op school de praktijk misten. Jongens met een goed stel hersens, maar praktisch ingesteld. Slimme doeners. Ze aarden niet in het reguliere onderwijs.”

Katten op het Hoornbeeck wil De Jong „absoluut” niet. „Ik draag de school een warm hart toe. Er lopen veel goede, rechtgeaarde docenten. Maar ik kreeg geen gehoor met mijn pleidooi om iets alternatiefs op poten te zetten voor deze slimme doeners. Daarom ben ik voor mezelf begonnen met een opleiding volgens het principe ”werkend leren”.”

Intaketoets

De start was niet makkelijk, zegt De Jong achteraf. „Ideeën had ik, geld niet. Ik moest lenen om te investeren. Essenzo begon met een groep van twaalf deelnemers. Ik had iedereen toegelaten die zich aanmeldde. Het resultaat was dat er maar zeven hun diploma haalden. Dat doe ik nu anders. Alle kandidaten krijgen een intaketoets met honderd vragen over hun persoonlijkheid en een reken- en taaltest. Een derde komt er niet doorheen.”

Door vol te houden wist De Jong Essenzo een plaats op de onderwijsmarkt te bezorgen. Het studentenaantal groeide tot zestig en de school verhuisde naar een groter pand. „Afgelopen jaar heb ik voor het eerst zwarte cijfers geschreven. Ik heb het vertrouwen dat Essenzo blijft bestaan. Graag had ik met het Hoornbeeck samengewerkt, maar de school ziet mij als concurrent. Ik ervaar dat anders. Essenzo is een aanvulling op het reguliere mbo.”

De Jong biedt een- en tweejarige opleidingen aan voor secretaresse, junior accountmanager en filiaalmanager. Op dit moment zijn er zeven groepen, die elk een dag in de week les krijgen. Naast de beroepsvakken staan er algemene vakken zoals Nederlands, rekenen en Engels op het programma. ’s Ochtends wordt er lesgegeven van 9 tot 12, ’s middags van 1 tot 4.

„De flexibiliteit is groot”, zegt De Jong. „De deelnemers spreken in overleg met de docent af: Wat behandelen we op school, wat doen we thuis? Het enige criterium is dat het studieprogramma wordt uitgevoerd en de deadlines worden gehaald.”

Sommige deelnemers komen rechtstreeks van de middelbare school naar Essenzo, anderen hebben al op het mbo of zelfs het hbo gezeten. De Jong: „Ze zijn ergens vastgelopen. Ik zie het als een uitdaging deze jongeren weer zover te krijgen dat ze er hard tegenaan gaan, gemotiveerd raken, hun huiswerk maken.”

De Jong werkt nauw samen met het Rotterdamse Zadkine College. „Ik heb uitstekende contacten met de avondschool van dit college. Zadkine is volledig verantwoordelijk voor Essenzo: onderwijsinhoudelijk, maar ook wat betreft examinering en diplomering. De inspectie kan hier elk moment binnenvallen. Zelf zeggen ze op het Zadkine: Wij besteden een deel van ons onderwijs uit aan Essenzo. Dat vind ik mooi omschreven.”

Breder werven

Plannen heeft de hersteld hervormde De Jong genoeg. „Ik ga van Essenzo maken wat het moet zijn: een particuliere school die zichzelf kan redden. Ik weet nu dat Essenzo bestaansgrond heeft. De samenwerking met Zadkine stopt volgend jaar zomer. Dat heeft gevolgen voor de kosten per student: die worden dan waarschijnlijk anderhalf keer zo hoog. Geen 6000, maar bijvoorbeeld 9000 euro per jaar. Dat geld heb ik nodig om de tent draaiend te houden. Tot nu toe wordt de opleiding veelal betaald door de werkgever van de deelnemer, omdat hij hiervoor subsidie ontvangt. Deze subsidie gaat echter verdwijnen. Er zullen in de toekomst dus potentiële studenten afvallen, maar ik ga breder werven. Tot nu toe beperkte ik me tot de biblebelt, maar Essenzo is ook interessant voor andere studenten.”

Tessa Huiskamp, verbonden aan het Zadkine College, beaamt dat. Ze is de enige niet-christelijke docent bij Essenzo en geeft één morgen per week les aan de opleiding secretarieel. Ook legt ze stagebezoeken af. „Vooral de persoonlijke aandacht bij Essenzo is een sterk punt. Die gun ik iedere student. Ik heb het prima naar m’n zin hier. De school is gewend de dag te beginnen met gebed. Ik doe dat niet zelf, maar laat het aan de studenten over.”

Afgelopen jaren heeft De Jong zijn missie met Essenzo helder gekregen, zegt hij zelf. „Een reguliere mbo-school gaat voor 90, 95 procent van de studenten. Particuliere scholen zoals Essenzo richten zich op de resterende 5 tot 10 procent. Deze studenten willen persoonlijke aandacht. Ik geloof in die aanpak.”

Dit is het derde deel in een serie over particulier onderwijs.


www.essenzo.nu

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer