Daarbij is de besteding van het restant aan schenkingsmiddelen, 114 miljoen euro, wel aan de orde gekomen, zoals Suriname wenste.

Aanvankelijk had de Nederlandse ambassade in Paramaribo laten weten dat het bezoek van Van Ardenne het karakter van kennismaking en oriëntatie zou hebben. De besteding van hulpgelden zou slechts zijdelings ter sprake komen. Suriname heeft kennelijk wat diplomatieke druk uitgeoefend om toch over het ontwikkelingshulpbeleid te praten. Het laatste overleg vond twee jaar geleden plaats, terwijl dat overleg vroeger twee keer per jaar werd gehouden.

„Het bezoek aan Suriname smaakt naar meer”, zei Van Ardenne dinsdag op een persconferentie in Paramaribo. Ze noemt het goed dat de afspraak is gemaakt het ministerieel contact te verdiepen. Van Ardenne heeft geconstateerd dat de Surinaamse regering ernst maakt met de opstelling van sectorale plannen. Daarvan zal ze binnenkort verslag doen aan het Nederlandse kabinet. „Aan alle kanten kunnen we tevreden zijn, we kunnen enthousiast zijn”, aldus Van Ardenne.

Haar Surinaamse collega van Planning en Ontwikkelingssamenwerking, S. Raghoebarsing, spreekt van een „nieuwe impuls” die met het bezoek is gegeven aan de relatie tussen Nederland en Suriname. Suriname denkt over enkele maanden sectorale plannen af te hebben. De sectoren zijn onderwijs, gezondheidszorg, goed bestuur, huisvesting, milieu en de agrarische sector.

Aan het overleg hebben naast Raghoebarsing ook de ministers van Justitie en Politie ad interim, C. Marica, en H. Hildenberg van Financiën deelgenomen. Ook de president van de centrale bank van Suriname, A. Telting, was aanwezig.