Jaar van de gewone mijnspin, hanekam, patrijs en steenmarter
tekst Gerco Verdouw
Tal van instanties roepen 2013 uit tot ”het jaar van…” om iets onder de aandacht te brengen. Natuurorganisaties blijven niet achter…
de gewone mijnspin
De European Society of Arachnology (ESA) heeft de gewone mijnspin deze week uitgeroepen tot Spin van het Jaar 2013.
De Atypus affinis is een vogelspin, samen met de kalkmijnspin de enige van die familie die in Nederland voorkomt. Kenmerkend voor vogelspinnen, dus ook voor de mijnspin, zijn de vooruitstekende kaken. Gevaarlijk is het beestje niet.
De mijnspin dankt zijn naam aan de koker of mijn die hij graaft in de grond. Hij bekleedt zijn mijngang met spinsel en heeft op die manier een gerieflijke woonkamer. In het verlengde daarvan maakt het dier bovengronds een vangbuis van 5 tot 20 centimeter lang. Hij camoufleert deze buis met zand, dennennaalden en mos, zodat die alleen nog maar te herkennen is aan zijn vorm. In de buis vangt de spin torretjes en kevertjes.
In Nederland komt de gewone mijnspin voor op de hoge zandgronden op de Veluwe. Zijn woonbuizen worden meestal gevonden op zonnige en warmere open plekken, zoals heideterreinen, grasvelden en wegbermen.
Wie een mijnspin tegenkomt, kan de waarneming doorgeven aan spinnendeskundige Peter van Helsdingen van EIS-Nederland (peter.vanhelsdingen@naturalis.nl). Hij verzamelt in 2013 zo veel mogelijk waarnemingen van de spin.
de hanenkam
De Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV) riep de hanenkam deze week uit tot Paddenstoel van het Jaar.
De gelige zwam met gekrulde hoed is beter bekend als cantharel. De paddenstoel werd vroeger veel verzameld en was geliefd om zijn pepersmaak en zijn abrikozengeur. Karakteristiek zijn de dikke, aderige, vertakte plooien aan de onderzijde van de hoed.
In Nederland komt de cantharel voor tussen juli en november, met name op de zandgronden in Drenthe en op de Veluwe.
De Cantharellus cibarius staat al jaren op de Rode Lijst genoteerd als kwetsbare soort. Al in de jaren tachtig toonde wetenschappelijk onderzoek aan dat de zwam ernstig te lijden had van verzuring en vermesting.
Nu de verzuring vrijwel tot het verleden behoort en de vermesting met 35 procent is afgenomen, neemt de punker onder de schimmels weer wat toe in aantal.
De NMV wil de hanenkam dit jaar beter in kaart brengen. Wie de zwam denkt te hebben gevonden, kan de vindplaats én een foto sturen naar waarnemingen@paddestoelenkartering.nl. Dan kunnen de paddenstoelenexperts kijken of het toch niet toevallig de valse hanenkam is, want die bestaat ook.
de patrijs
De Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben 2013 uitgeroepen tot Jaar van de Patrijs.
De Perdix perdix was vroeger een veel voorkomende vogel in het landelijk gebied. Anno 2013 is een ontmoeting met een patrijzenpaartje echter zeldzaam geworden. In 1960 waren er nog rond de 120.000 broedparen in Nederland. Nu is dit aantal gekelderd naar de 10.000. De daling heeft verschillende oorzaken. Patrijzenkuikens overleven al tientallen jaren slecht, waarschijnlijk door het gebruik van pesticiden door akkerbouwers. Door deze chemische middelen verdwenen akkeronkruiden en daarmee insecten, het voedsel voor jonge kuikens. Ook het aantal plaatsen waar akkeronkruiden zoals korenbloem, klaproos en akkerleeuwebekje konden groeien, vermindert. Steeds meer broedende patrijzenhennen zijn slachtoffer van predatoren. Bovendien overleven steeds minder patrijzen de winter vanwege een gebrek aan voedsel.
De Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland doen van 15 februari tot 31 maart tellingen om de populatie patrijzen goed in kaart te brengen. De organisaties starten ook een aantal voorbeeldprojecten om een voor patrijzen zo gunstig mogelijk beheer te ontwikkelen.
de steenmarter
Om mensen te informeren heeft de Zoogdiervereniging 2013 uitgeroepen tot Jaar van de Steenmarter.
De steenmarter werd vroeger bejaagd. Mensen zagen hem als rover van pluimvee of waren verzot op zijn prachtige pels. Halverwege de vorige eeuw was de steenmarter bijna uitgestorven in Nederland. In 1942 kwam er een verbod op de jacht op steenmarters. Nu zijn ze beschermd in de Flora- en Faunawet.
Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw nam het aantal steenmarters weer toe. In toenemende mate kwam het dier voor in dorpen en steden. Daar veroorzaakten steenmarters regelmatig overlast door een gat in het dak van een huis te knagen en op zolder rond te stommelen waardoor mensen dachten dat er een inbreker rondsloop. In Tolkamer moest in 2011 een school worden gesloten vanwege overlast door steenmarters. Omdat ze beschermd zijn, mochten ze niet worden gedood.
De opmars van de steenmarter in combinatie met de mogelijke overlast die het dier veroorzaakt, deed de Zoogdiervereniging besluiten het Jaar van de Steenmarter uit te roepen. Belangrijkste doel is Nederlanders kennis te laten maken met de steenmarter en hen te voorzien van informatie in geval van eventuele overlast.