Volgens de lokale krant De Ware Tijd bereidt de minister van Binnenlandse Zaken een wetswijziging voor die zorgt voor eerherstel van ministers die de regering vormden na de door Bouterse gepleegde staatsgreep. Nu ontvangen zij geen enkele vergoeding omdat de Surinaamse wet zegt dat alleen bewindslieden die na vrije verkiezingen benoemd zijn, recht hebben op een bijdrage van de staat.

NF-parlementariër Ruth Wijdenbosch is van mening dat de regering die na de staatsgreep in 1980 door het militair gezag benoemd werd, onrechtmatig was. „Er was toen geen grondwet, dus de ministers van toen zijn niet gekozen. Daarom kan ik een vergoeding voor hen niet legitimeren”, aldus Wijdenbosch die onder voorbehoud reageert omdat ze formeel nog niet niet op de hoogte is van de voorgenomen wetswijziging.

Haar collega Guno Castelen heeft geen moeite met het voornemen van de regering. Hij gaat er vanuit van dat Suriname slechter af was geweest als die mensen niet de verantwoordelijkheid hadden genomen het werk te doen. „Zij hebben wetten gemaakt en ook aan de herdemocratisering van het land gewerkt. We werken nu zelfs nog met decreten uit die tijd. Ik respecteer daarom het plan om de wet te herzien”, aldus Castelen, die wel duidelijk stelt dat hij de niet-democratische staatsgreep en militaire periode uit de jaren tachtig niet goedkeurt.

Binnen de fractie van Nieuw Front is nog geen standpunt bepaald over het voornemen van de regering. Wijdenbosch begrijpt wel dat haar collega Castelen een andere mening heeft dan zij. „Het maakt mij niet zoveel uit dat hij er anders over denkt. Hij heeft een andere affiniteit met die tijd”, meent Wijdenbosch. Ook Castelen kan het verschil in standpunt wel verklaren omdat hij een stuk jonger is dan een aantal NF-collega’s.