Veijer werd na de middagdienst toegesproken door ds. B. Reinders van de hersteld hervormde gemeente. De gemeente zong hem Psalm 150:2 toe. Op Veijers eigen verzoek werden daarna van Psalm 135 de verzen 1 en 2 gezongen.

De Staphorster begeleidde de afgelopen vijftig jaar ruim 2000 kerkdiensten. Terwijl predikanten kwamen en gingen, het kerkgebouw werd uitgebreid, het orgel vervangen en de gemeente een hersteld hervormde gemeente werd, bleef Veijer een vertrouwd gezicht op de orgelbank.

Zijn aanstelling dateert van januari 1963. „Er was toen nauwelijks animo onder gemeenteleden om organist te worden. Mijn vader, voorzitter van de kerkvoogdij, stelde voor om mijn oudere broer Klaas maar te vragen”, vertelt Veijer. Klaas stelde echter één voorwaarde: ook broer Roelof moest een aanstelling krijgen. Zo werd de toen 23-jarige Roelof gelijktijdig met zijn broer kerkorganist. Eigenlijk vindt Veijer het woord organist te veel eer. „Ik voel me meer begeleider.”

Tot de zomer van 1991 begeleidden beide broers om de beurt de middagdiensten. Toen kwamen Klaas en een schoonzus om het leven bij een ernstig auto-ongeluk. „Absoluut het dieptepunt in al die vijftig jaren”, verzucht Veijer.

Orgellessen kreeg Veijer nooit. Met cijferakkoorden en later klavarscribo leerde hij zichzelf orgelspelen. „Wel keek ik de kunst een beetje af”, onthult hij. „Mijn zoon kreeg les van Willem Hendrik Zwart in Kampen. Als mijn zoon op het orgel speelde, zat ik met Zwart in de consistorie. Van hem heb ik veel kennis meegekregen.”

Een voorspel bij de psalmen bepaalt Veijer ter plekke. Wel neemt hij vooraf de teksten van de verzen door. „Je moet als organist wel weten wat je speelt. Voorspel en begeleiding moeten in overeenstemming zijn met de inhoud van de psalm.”

Als het kan, speelt hij thuis alvast de psalmen door. „Met de huidige predikant heb ik het goed getroffen. Hij geeft de psalmen vaak al op dinsdag door. Voorheen kreeg ik ze meestal op zaterdagavond en ds. Dorsman gaf ze vlak voor de dienst.”

Als basis gebruikt Veijer het koraalboek van Worp, aangevuld met eigen vondsten. Daarnaast staan de boeken van Leen Schippers, Jan van Weelden, Cor van Dijk en Willem Hendrik Zwart op de lessenaar. Een voorkeur voor bepaalde psalmen heeft Veijer niet. „Ik vind alle psalmen mooi. Wel spreekt psalm 68:10 mij persoonlijk erg aan.”

Was er een onvergetelijk moment in al die jaren? Veijer lacht, nog steeds met enige schaamte. „Ik kwam eens thuis na een doordeweekse dienst en kreeg toen een telefoontje. Of ik wel wist dat ik een verkeerde melodie gespeeld had. Ik heb het niet geweten, maar het was waar: ik had Psalm 113 begeleid op de melodie van Psalm 24.” Dat bleek als geluk bij een ongeluk in dit geval te kunnen. „De gemeente heeft het zo gezongen en het is goed gegaan.”

Na vijftig jaar kan Veijer zijn leven niet meer zonder orgelspel voorstellen. „Je kunt eigenlijk niet meer zonder, hè? Het doet wat met me, nog elke keer als ik 2500 mensen begeleid.” Plannen om te stoppen heeft de Staphorster dan ook nog niet. „Als de Heere het geeft, hoop ik de gemeente nog te begeleiden zo lang ik het kan. Maar wij weten ons einde niet.”