Iran stelt voorwaarden aan protocol wapens
Iran heeft vier voorwaarden gesteld voordat het bereid is een aanvullend protocol te ondertekenen van het non-proliferatieverdrag dat verspreiding van kernwapens moet tegengaan.
Dat heeft de zeer invloedrijke Iraanse ex-president Ali Rafsanjani vrijdag tijdens een gebedsdienst in Teheran gezegd. Zo zijn volgens hem militaire installaties en religieuze heiligdommen niet toegankelijk voor de inspecteurs van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA).
Dit VN-lichaam vreest dat de islamitische republiek in het geheim probeert kernwapens te fabriceren. Het eist daarom dat Teheran voor 31 oktober alle vragen over zijn atoomprogramma heeft beantwoord. Een bezoek van het inspectieteam van IAEA aan Iran ging vorige week op het laatste moment niet door. Vrijdag arriveerden uiteindelijk alsnog tien IAEA-inspecteurs in Teheran. Ze zullen de laatste ronde van inspecties uitvoeren voordat op 31 oktober de termijn afloopt. Teheran ontkent in alle toonaarden dat het bezig is met het ontwikkelen van kernwapens.
Volgens Rafsanjani is de westerse aandacht voor Irans nucleaire projecten een gevolg van het anti-Israëlbeleid dat Teheran voert. „We hebben in de oorlog met Irak (1980-1988) bewezen dat we niet overwegen massavernietigingswapens in te zetten, hoewel we wel werden aangevallen door dergelijke wapens”, aldus Rafsanjani. Volgens hem staat „ons geloof ons niet toe dergelijke wapens te fabriceren.”
De Iraanse president Khatami zei donderdag dat de inspecteurs niets zullen vinden dat verboden is omdat Iran niets te verbergen heeft.